home - inhoud - inhoud onderbouw
|
|
in 10 minuten |
eigen veren poetsen |
|
kop schudden |
|
rustig staan |
|
rondkijken |
|
weglopen |
|
ApenInformatie
In de meeste dierentuinen zitten verschillende soorten apen.
Chimpansees, gorilla's en gibbons zijn mensapen. Ze zijn het meest verwant met de mens. Over het algemeen zijn de mensapen wat minder actief dan de andere apen. Ze zijn daardoor voor ons onderzoek minder geschikt, omdat jullie meestal maar een beperkte tijd hebben om te kijken. Mantelbavianen zijn erg geschikt om te onderzoeken omdat het echte groepsdieren zijn en over het algemeen wel behoorlijk actief.
Ze leven in harems, die bestaan uit een volwassen man, de haremleider ,en een aantal vrouwtjes met hun jongen.Het rode achterwerk zier er voor ons niet aantrekkelijk uit maar voor de apen heeft het een belangrijke signaalfunctie. Het elkaar toekeren van het achterwerk wordt presenteren genoemd. Dat heeft als doel de ander, die meestal hoger in rang is, vriendelijk te stemmen.
Volwassen mannetjes hebben de zilvergrijze mantel waaraan deze apensoort zijn naam te danken heeft. Een haremleider houdt zijn vrouwtjes dicht bij zich. Als ze weglopen, roept hij ze op niet mis te verstane wijze tot de orde.
Als een vrouwtje in haar vruchtbare periode is, zwelt haar achterlijf op. Alleen de haremleider mag met haar paren. Maar ook de nog niet volwassen mannetjes vinden zo'n vrouwtje zeer aantrekkelijk.
Doorgaans zijn apen vriendelijk tegenover soortgenoten uit dezelfde groep. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het "vlooien". Die wederzijdse vachtverzorging heeft niets met vlooien te maken, maar versterkt de band tussen de dieren.
(uit: informatieboekje van het Noorder Dierenpark)
terug baar inhoud
Aapjes kijkenHet maakt niet zoveel uit welke apensoort(en) je voor het onderzoekje uitkiest.
Het beste kun je dit af laten hangen van wat er te zien is.Je mag de opdrachten bij één bepaalde soort uitvoeren, maar ook voor de verschillende opdrachten verschillende soorten nemen.
Noteer wel altijd welke soort je bekijkt en schrijf kort de belangrijkste uiterlijke kenmerken van deze soort op. Let daarbij op:
- grootte
- of de dieren wel of geen staart hebben
- kleur en tekening van de vacht
- uiterlijke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes (voor zover te zien).
Bekijk of je
bovengenoemde gedragingen kunt herkennen en beschrijf
wat de dieren dan doen, wat voor bewegingen ze maken.
Let ook op de gezichtsuitdrukkingen en geluiden die
gemaakt worden (voor zover je die kunt horen).
in 10 minuten
zichzelf
vlooien
een
ander vlooien
zichzelf
krabben
een
ander de onderdanig benaderen (de "kont"
toekeren)
voedsel
zoeken
Misschien zijn er
moeders met een jong aanwezig. Dat is altijd leuk om
te zien.
Maak een lijstje van de gedragingen die je ziet. Kijk
hierbij naar de moeder én naar het jong.
Misschien kun je ook de reactie van de andere apen op
het jong bekijken.
- terug baar inhoud
Verwerking van de resultaten
Je moet je waarnemingen uitwerken. Van de uitgewerkte gegevens kun je een poster maken.
Zo'n poster is niet bedoeld als reclame, maar om informatie over te brengen. De poster moet overzichtelijk zijn en makkelijk te lezen. Maar natuurlijk moet je ook letten op de vormgeving, het moet er ook mooi uitzien.Verzorging poster
- Schrijf zoveel mogelijk op blanco papier. Als je dat moeilijk vindt, kun je met potlood hulplijntjes trekken.
- Schrijf niet te klein. Neem een iets grotere regelafstand dan normaal. Als met een tekstverwerker werkt, neem dan een iets grotere letter dan normaal (ook weer niet te groot!).
- Geef de poster een titel en maak tussenkopjes.
Zorg ervoor dat de titel en de tussenkopjes duidelijk te onderscheiden zijn van de andere tekst door ze te onderstrepen of een kleur te geven o.i.d..
Door een goed gebruik van tussenkopjes wordt de poster overzichtelijk.
- Maak eerst alle tekst, tabellen en grafieken.
- Knip als je alles hebt, de verhaaltjes en grafieken uit en rangschik ze op de poster.
- Plak alles op als je tevreden bent over de indeling.
Plak de uitgeknipte stukjes niet scheef op, dat leest lastig.
- Je kunt plaatjes gebruiken als illustratie, maar de plaatjes moeten wel iets met de tekst te maken hebben. Je kunt natuurlijk ook eigen foto's gebruiken die je in de dierentuin maakt.
Inhoud poster
N.B.Het is de bedoeling dat je vooral eigen waarnemingen verwerkt. Daarnaast kun je in boeken en op het internet aanvullende informatie zoeken, bijvoorbeeld over het biotoop van het dier, over het voedsel e.d..
- Geef altijd duidelijk aan bij welk soort dier je het gedrag waargenomen hebt en geef een korte beschrijving van die soort.
- Maak een overzicht van de gedragingen die je hebt waargenomen, beschrijf de gedragingen. Als je het weet, zet er dan ook bij wat de functie van dat gedrag is.
- Zet je waarnemingen die je gedurende een bepaalde tijd hebt gedaan (de protocollen) in overzichtelijke tabellen en grafieken, Maak bij de grafieken een legenda.
- Aanwijzingen voor het maken van grafieken kun je krijgen door hieronder te klikken.
|
- Informatie op internet
Diverse verwijzingen naar afbeeldingen en informatie op internet zijn te vinden bij
excursie dierentuin Antwerpen