[home][inhoud site][Inhoud onderbouw]

 

 
 

Voedselnet in de sloot

Maak zelf een voedselnet (knippen en plakken)

Maak zelf een voedselnet

Werkwijze

  1. Zoek uit welke diertjes planteneters zijn, welke vleeseters welke alleseters en welke alleseters.
    Maak daarvan een overzichtelijke tabel. Zet in de tabel de namen van de planten en de diertjes
    en geef ze ook een nummer.

    Voorbeeld van een tabel:

    producenten

    consumenten

    planten

    planteneters

    vleeseters

    alleseters

    afvaleters

    .

    .

    .

    .

    .

    .

    .

    .

    .

    .


  2. Ga naar afbeeldingen slootdieren. Print de afbeeldingen.
    Knip de plaatjes netjes uit en maak stapeltjes van de planteneters, de vleeseters, de alleseters en de afvaleters.

    De afbeeldingen zijn tamelijk groot. Om ze te verkleinen, moet je een tekenprogramma openen
    en iedere tekening selecteren, knippen en in het tekenprogramma plakken. Als je niet precies
    weet hoe dat moet, ga dan naar
    voedselnet met de computer

  3. Neem een blanco vel papier .

  4. Leg het papier in de breedte voor je en plak de planten in het midden onderaan.

  5. Nu komt het lastigste werk. De diertjes moeten opgeplakt worden.
    Dat moet zo gebeuren dat je later pijlen kunt trekken tussen het dier en het voedsel dat hij eet.

    Van afval van dieren of van dode dieren (en planten) zijn er geen plaatjes.
    Dat kun je oplossen door in een kader de term "afval" of "dode dieren en planten" te schrijven.
    Ook van algen (eencellige plantjes) is geen afbeelding omdat die heel klein zijn en alleen met de microscoop goed te zien.

    voorbeeld

    dode dieren en planten

     
    • Rangschik nu eerst de planteneters rondom de planten en de afvaleters rondom het kader
      met de tekst - niet te dicht op elkaar, er moeten ook nog pijlen getrokken kunnen worden.
      Zet met potlood op het papier waar je welk beest wilt plakken.

    • Rangschik daarna de vleeseters en de alleseters daar omheen. Zorg ervoor dat ieder dier
      in de buurt ligt van wat hij eet.
      Je moet voorkomen dat je de pijlen dwars over het hele blad moet trekken.

      Ieder dier eet iets, maar bijna alle dieren worden zelf ook gegeten.
    • Als je tevreden bent over het resultaat, plak je de dieren op.

    • Zet de nummers uit de tabel bij de planten en dieren.
      Als er ruimte genoeg is, kun je in plaats van de nummers ook de namen er bij zetten.

  6. Ga nu pijlen trekken - langs een liniaal of heel netjes met de hand.

    Trek zoveel mogelijk pijlen, maar zorg er wel voor dat het geheel overzichtelijk blijft.
    Ieder dier moet iets eten en de meeste dieren kunnen zelf ook weer gegeten kan worden.

    • Let op dat je de pijl in de goede richting zet. De pijl moet lopen van het voedsel naar het dier.

      voorbeeld

      Watervlooien worden gegeten door stekelbaarsjes. Stekelbaarsjes kunnen worden gegeten
      door een geelgerande watertor. De pijlen verlopen dan als volgt:

      watervlo ----> stekelbaarsje ----> geelgerande watertor

    • Gebruik verschillende kleuren voor de pijlen van: planteneters, vleeseters, alleseters en afvaleters.

  7. Maak een legenda. Daarin moet duidelijk worden:

    • wat de pijlen betekenen
      en
    • wat de kleuren vvan de pijlen voorstellen.

  8. Verzin een passende titel en zet deze bovenaan het blad.

  9. iMaak de tabel en het voedselnet aan elkaar vast en het voedselnet is klaar.

 

 

 © scholte/marree 2000