Bij de te
bespreken kruisingen gaan we uit van een organisme met 4
paar chromosomen in de normale lichaamscellen (dus
2n=8)Bij het opschrijven van de kruisingen worden de
chromosomen getekend zoals ze tijdens de meiose 1 in het
middenvlak van de cel liggen.
Deze
notatie heeft 2 voordelen:
1.De
chromosomen liggen dan in paren gerangschikt, zodat het
beeld overzichtelijker wordt. 2. Door deze schrijfwijze
is gelijk duidelijk welke geslachtscellen er zullen
ontstaan.
Tijdens
de meiose 1 bestaat ieder chromosoom uit 2
chromatiden.
Alleen
als ze voor onderzoek op een speciale manier bewerkt
zijn, stoten ze elkaar af en zijn de chromosomen
X-vormig.
Om de
belangrijkste kruisingen te demonstreren kiezen we op de
vier chromosomen 5 van de duizenden erfelijke
eigenschappen (=genen): de genen A, B, C, D en
E.
De genen
C en D liggen op hetzelfde chromosoom. Ze zijn
gekoppeld.
Gen E ligt op het X-chromosoom, het is
x-chromosomaal.
De recessieve vormen (=allelen) van de genen zijn met
kleine letters weergegeven.
Bij alle voorbeelden gaan we uit van onderstaand
"echtpaar".
Het is de gewoonte dat het vrouwtje in een kruising als
eerste wordt weergegeven.