[home][inhoud site][Inhoud bovenbouw][practicum][links]

 

 


Erfelijkheid

stofomschrijving

studiewijzer 5 (4 havo)

Aan het eind van iedere paragraaf in het tekstboek (Biologie Actief) staan leerdoelen (groene tekst) waaruit je kunt afleiden welke stof uit die paragraaf belangrijk is.

Hieronder volgt de stof, voor zover deze betrekking heeft op deze studiewijzer, zoals die omschreven is in het examenprogramma.

Je kunt:

  1. aangeven wat DNA is en wat een chromosoom is en aangeven dat de erfelijke informatie hierin is opgeslagen.

  2. het begrip gen in verband brengen met de begrippen DNA en chromosoom.

  3. aangeven dat verandering in cellen kan leiden tot verandering in het functioneren van het individu.

  4. aangeven dat een mutatie een verandering in erfelijke informatie is (een verandering in het DNA) en dat mutaties kunnen worden veroorzaakt door stoffen (mutagene stoffen) of ook wel spontaan voorkomen.
  5. aangeven dat groei plaatsvindt door toename van het aantal cellen

  6. kanker beschrijven als een voorbeeld van ontregelde groei.

  7. weefselkweek beschrijven als toename van het aantal cellen onder kunstmatige omstandigheden.

  8. het verband tussen DNA en genotype uitleggen.

  9. uitleggen dat het fenotype ontstaat onder invloed van genotype en milieufactoren en hierbij de rol aangeven van tweelingonderzoek.

  10. aan de hand van gegevens aangeven of bepaalde verandereingen van het fenotype worden veroorzaakt door genotype of milieu.

  11. uitleggen waarom en wanneer ongeslachtelijke voortplanting wordt toegepast in de landbouw.

  12. diverse manieren aangeven om klonen te maken
    in het bijzonder:
    - knollen
    - bollen
    - stekken
    - weefselkweek

  13. verklaren waardoor geslachtelijke voortplanting nieuwe combinaties van erfelijk materiaal oplevert.

  14. aangeven dat de mens met oude en nieuwe technieken ingrijpt in de erfelijke informatie met het doel de door de mens gewenste eigenschappen te verbeteren.
    - gebruik van mutatie
    - gebruik van recombinatie
    - veredelen
    - fokken
    - selectie

  15. een eigen standpunt ten aanzien van genetische modificatie beargumenteren.

  16. uitleggen waardoor veredelen en fokken kunnen leiden tot verlies van erfelijke informatie.

  17. de uitkomst voordspellen van mono- en dihybride kruisingen, onder andere met behulp van kansberekeningen
    in het bijzonder:
    - dominante en recessieve allelen
    - intermediair fenotype
    - X- chromasomale genen.

  18. de voorgaande kennis (10) toepassen in stamboomonderzoek en in erfelijke bepaling van het geslacht.

  19. een beargumenteerde mening geven over het toepassen van prenatale diagnostiek in de gezondheidszorg.
  20. aangeven dat karyogrammen gebruikt worden bij erfelijkheidsadvisering en trisomie herkennen in een karyogram.

  21. een beargumenteerde mening geven over het gebruik van voortplantingstechnieken (KI, IVF, ICSI e.d.) bij de mens.