[home] [inhoud animaties bovenbouw] [inhoud onderbouw]
 

Samenvatting examenstof biologie - VMBO - TL en GL

exameneenheid K11

Reageren op prikkels
Zenuwen, zintuigen en hormonen

4. Huid

Centraal examen

Onderdelen

Je moet delen van de huid in afbeeldingen kunnen aanwijzen.
Zie: Huid

Functie onderdelen

  • Opperhuid
    Bestaat uit:
    • hoornlaag;
      • Laag met dode cellen.
      • Slijt aan de buitenkant af (huidschilfers).
    • kiemlaag.
      • Laag met delende cellen.
        • Maakt voortdurend nieuwe cellen voor de hoornlaag aan.
      • In deze laag zitten zenuwuiteinden (pijn"zintuig").
  • Lederhuid
    Hierin zitten verschillende onderdelen.
    • Bloedvaten (haarvaten)
    • Zweetklieren
      • Belangrijk bij regeling lichaamstemperatuur.
    • Zintuigen:
      • tastzintuigen;
      • drukzintuigen;
      • warmtezintuigen;
      • koudezintuigen.
    • Haren
      • Haar groeit uit haarzakje.
        • Onderin het haarzakje zitten delende cellen waaruit de haar ontstaat.
        • Haar zelf bevat geen levende cellen.
      • Talgkliertjes monden uit in een haarzakje.
        • Geven een vetachtige stof af.
          • Haar wordt daardoor vet.
        • Verstopte talgkliertjes heten mee-eters.
        • Jeugdpuistjes ontstaan door verstopte talgkliertjes die gaan ontsteken.
      • Haarspiertjes.
        • Door samentrekken van de haarspiertjes gaan de haren overeind staan.
          • Bij dieren dan dikkere vacht.
            • Beter beschermd tegen de kou.
  • Onderhuids bindweefsel
    • Bevat veel vetcellen.
      • Isolatielaag.
      • Beschermt tegen stoten.
      • Voorraad brandstof.
Functies

Huid en lichaamstemperatuur

  • Te hoge lichaamstemperatuur
    • Bloedvaatjes in de huid worden wijder.
      • Er gaat meer bloed naar de huid.
      • Daardoor geeft bloed meer warmte af.
    • Zweetkliertjes produceren zweet (zout water).
      • Door het verdampen van het water wordt warmte aan de huid ontrokken.--> afkoeling.
  • Te lage lichaamtemperatuur
    • Bloedvaatjes in de huid worden nauwer.
      • Er gaat minder bloed naar de huid.
      • Daardoor geeft bloed minder warmte af.
    • Haren worden opgezet (speelt bij mens geen rol) --> dikkere vacht --> meer isolatie.

Bescherming

  • Huid beschermt:
    • tegen infecties.
      • Voorkomt binnendringen van micro-organismen (bacteriën, virussen, schimmels)
    • andere organen tegen beschadiging.
    • tegen teveel waterverlies.
    • tegen UV-straling.
      • Ultraviolet licht kan het DNA in cellen beschadigen en huidkanker veroorzaken.
      • Beschermt door pigment te maken (je wordt bruin).
        • Pigment geeft bescherming tegen UV-straling.
  • Maakt vitamine-D
    • Nodig voor ontwikkeling van het skelet.