Leervaardigheden in de biologie
examenprogramma
VMBO GL en TL
Exameneenheid K3
centraal
examen
Weten en
kunnen
De kandidaat beheerst een aantal strategische vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen.
De kandidaat kant:
- biologisch bronnenmateriaal begrijpend lezen en hierbij feiten en meningen
onderscheiden in:
- foldermateriaal;
- studieboeken;
- naslagwerken;
- Cd-rom/Internet;
- bijsluiters;
- kranten/ tijdschriften.
- informatie uit biologisch bronnenmateriaal verwerven, selecteren, verwerken en
bewerken:
- tabellenboek, gegevensbank, gebruiksaanwijzing;
- tekeningen, schema's, diagrammen, tabellen, beeldmateriaal (film, DVD, dia,
animatie).
- eigen gedachten mondeling en schriftelijk formuleren over biologische
onderwerpen:
- vaktaal functioneel gebruiken;
- relaties leggen tussen vakinhoudelijke begrippen en contexten waarin deze
begrippen functioneel zijn.
- basisrekenvaardigheden binnen biologie toepassen:
- schatten en afronden
- efficiënt rekenen
- rekenregels gebruiken:
- decimale getallen;
- verhoudingstabellen;
- eenvoudige breuken en percentages.
- rekenen met grootheden en eenheden:
- eenheid bij gemeten of berekende grootheid aangeven.
- veilig, zinvol en doelmatig gebruik maken van stoffen, materialen, organismen,
(meet)instrumenten, apparaten en software zonder schade te berokkenen aan
organismen en milieu
- biologische begripskennis opbouwen, uitgaande van aanwezige denkbeelden:
- onjuiste denkbeelden bijstellen of vervangen
- verbanden leggen tussen begrippen
- leren door te doen
- leren door te ontdekken
- multi-causale verbanden herkennen
- verschillende organisatieniveaus:
- cel;
- weefsel;
- orgaan;
- orgaanstelsel;
- organisme;
- ecosysteem;
- een eenvoudige product- en procesevaluatie maken en hieruit conclusies
trekken.
- specifieke hulpmiddelen gebruiken zoals loep, microscoop, indicatoren (jodium,
kalkwater) en determineertabel.
- eenvoudige opdrachten en eenvoudig onderzoek waarin de actieve en praktische
zelfwerkzaamheid op de voorgrond staat, voorbereiden, uitvoeren en de
resultaten vastleggen en evalueren:
- bij een biologisch schoolpracticum en/ of veldpracticum;
- een biologische probleemstelling herkennen en specificeren;
- een biologisch probleem herleiden tot een onderzoeksvraag;
- verwachtingen formuleren;
- relevante waarnemingen verrichten en gegevens verzamelen;
- conclusies trekken op grond van verzamelde gegevens;
- oplossing, onderzoek en conclusies evalueren.
- gegevens verwerken in een verslaggeving naar aanleiding van een bezoek aan
een instelling waar levensprocessen een belangrijke rol spelen.
- een studie van een zelf gekozen biologisch onderwerp uitvoeren en in een
verslaggeving verwerken.
- ICT hulpmiddelen en gangbare software gebruiken om te schrijven, te rekenen,
informatie te verzamelen, te bewerken en te presenteren en toetsen te maken.
|