Eindterm
De kandidaat kan met behulp van de concepten beweging, neurale regulatie en waarneming ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en sport verklaren op welke wijze mens en dier bewegen en op welke wijze dit kan worden geoptimaliseerd.
Omschrijving van de eindterm
De kandidaat kan in contexten bijvoorbeeld:
-
de bouw, werking en functie van de belangrijkste, bij beweging betrokken, organen
(spieren, zintuigen en zenuwen) van mens en dier benoemen en daarbij de relatie tussen vorm en functie verklaren;
-
opzet en effecten van trainings- en revalidatieprogramma's voor mens en dier uitleggen.
Mogelijke deelconcepten
Dwarsgestreepte en gladde spieren, spiervezel, spiercel, pees, reflexboog, antagonist, tonus, krachttraining, duurtraining, warming-up, cooling-down, uithoudingsvermogen, doping, motoreiwit, spierspanning, actine, myosine, neurale regulatie, spierspoeltje, peesspoeltje.
Voorbeeldcontexten