[home]
[inhoud site][Inhoud bovenbouw][practicum][links]


Praktisch onderzoek

onderbouw vwo

Kan je vinger leren een doolhof te doorlopen?

bron: Ewington, E.J. en Spencer, J (1981), Projects in Biology. London:Routlledge & Kegan Paul

Inleiding

Ratten kunnen heel goed de weg in een doolhof leren. Aan het eind van de doolhof krijgen ze eten. Dat is hun beloning. Als ze voor het eerst in de doolhof gezet worden, lopen ze maar een beetje lukraak. Ze nemen dan steeds beslissingen : linksaf, rechtsaf of rechtdoor.Bij een foute beslissing, is het belangrijk dat dit voor een volgende keer onthouden wordt. Na een aantal keren oefenen kunnen ze heel snel het doolhof doorlopen. Het lukt zelfs om ratten een heel ingewikkeld doolhof te leren

Kunnen mensen dit ook? En zo ja, hoe snel leren ze het dan?
Omdat het te ingewikkeld is om een doolhof te maken waar je doorheen kunt lopen, ga je dit onderzoek uitvoeren met een vingerdoolhof.

Bron(nen)

Video Biobits bovenbouw - blok 87 tweede deel of op YouTube: Trial and error (proefondervindelijk leren)

Onderzoek

Lees het stappenplan.
Werk volgens de stappen die daar staan.

Doel

Je gaat uitzoeken hoe snel je met je vinger een doolhof kan doorlopen.

Werkwijze

materiaal

doolhof met 7 T-splitsingen (zie voorbeeld)
stopwatch

7-punts doolhof (7 T-splitsingen)
12-punts doolhof (12 T-splitsingen)
De gangen moeten 1,5 - 2 cm breed zijn.
De afstand tussen de T-splitsingen moet minimaal 4,5 cm zijn.

methode

  • Blinddoek de proefpersoon om laat deze ogen dicht doen.
    Het is belangrijk dat de proefpersoon de doolhof niet van te voren kan zien!
  • Laat de proefpersoon bij het startpunt beginnen en de doolhof tot het eind doorlopen.
    Noteer hoelang hij erover doet en hoeveel fouten er gemaakt worden. Dat wil zeggen hoe vaak een verkeerde beslissing genomen wordt.
  • Na een korte pauze, laat je de proefpersoon de tweede poging doen.
    Noteer weer de tijd en het aantal fouten
  • Herhaal dit totdat er vrijwel geen fouten meer gemaakt worden.
  • Zet de gegevens in een tabel.

    Voorbeeld

    Naam proefpersoon
    7 punts doolhof
    poging nr.
    aantal fouten
    looptijd in sec.

    Verwerking van de resultaten

  • Maak een grafiek van de resultaten.
    Zie:
    Techniekkaart onderbouw 1.5 - grafiek

Nabespreking

Wat is de conclusie van je onderzoek?

Poster of verslag

Poster: zie aanwijzingen techniekkaarten onderbouw 1.3

Verslag: zie aanwijzingen techniekkaarten onderbouw 1.1

Ideeën voor verder onderzoek

Je kunt dit onderzoekverder uitbreiden. Hieronder staan wat ideeën. Neem niet teveel hooi op je vork. Je kun beter één ding goed onderzoeken dat veel oppervlakkig.
Zie
stappenplan onderzoek.

  • Maak de doolhof ingewikkelder, bijvoorbeeld met 12 T-splitsingen of meer. Hoeveel T-splitsingen moet een doolhof hebben voor het echt moeilijk wordt deze om te leren?
  • Zoek uit of het verschil maakt of het leren met de rechterhand of met de linkerhand gedaan wordt.
  • Zoek uit of na een paar uur, of na een dag, de proefpersoon de doolhof nog kent.
  • Draai nadat de proefpersoon de doolhof kent, deze 180o en zoek uit hoe snel de spiegelbeeldversie geleerd wordt.
  • Doe het onderzoek met meer proefpersonen (minimaal 10) en ga na hoe groot de individuele verschillen zijn.
  • Laat proefpersonen van te voren kijken naar iemand die de proef doet. Ga dan na of die mensen de doolhof zelf sneller leren dan mensen die de doolhof van te voren niet gezien hebben.
    Maak voor dit onderzoek twee groepen van 10 personen.

 

naar inhoud 
©scholte/marree 2009