Het zijn betrekkelijk kleine moleculen die goed
oplossen en door actief transport membranen kunnen.
In levende wezens komen 20 verschillende aminozuren
voor.
Planten kunnen aminozuren maken van koolstofdioxide,
water en nitraat uit de bodem.
Dieren moeten aminozuren eten.
Eiwitten zijn de belangrijkste stoffen in cellen.
Ze bestaan uit een ketting van aminozuren.
Het aantal aminozuren en de volgorde bepaalt het soort
eiwit.
In een mens zitten tussen de 50.000 en 100.000
verschillende eiwitten.
De eiwitten worden in opdracht van de kern gemaakt op de
ribosomen.
De volgorde van de aminozuren wordt bepaald door het DNA
in de kern.
Eiwitten zijn de belangrijkste bouwstoffen in cellen
(vlees!).
De enzymen zijn ook eiwitten. Deze regelen alle
scheikundige reacties in de cellen.
Eiwitten en spijsvertering
Eiwitten zijn zeer grote moleculen. Ze
kunnen niet door de celmembraan de cel in en
uit.
Daarom moeten de eiwitten in ons voedsel
verteerd worden.
In ons darmkanaal worden eiwitten afgebroken
tot aminozuren.
De aminozuren gaan opgelost in het bloed naar
de cellen.
In de cellen worden van de aminozuren
nieuwe eiwitten gemaakt.
|