cellulose bouwstof van celwanden
van planten
Glucose (=druivensuiker) wordt in bladgroenkorrels
gemaakt van koolstofdioxide en water.
Planten maken van glucose als basisstof alle andere
organische stoffen die voor levende wezens noodzakelijk
zijn.
Levende cellen hebben energie nodig
om arbeid te verrichten. Die energie zit opgeslagen in
grote moleculen die door planten met behulp van de zon
gemaakt zijn. Als die grote moleculen afgebroken worden,
komt die energie vrij.
Afbraak van grote moleculen om energie vrij te maken
noemt men verbranding.
De belangrijkste brandstof in levende cellen is
glucose.
De
fotosynthese
|
Alleen groene planten kunnen van
koolstofdioxide en water glucose maken.
Ze doen dat met behulp van zonne-energie.
De zonne-energie wordt opgeslagen in de
glucosemoleculen.
Het maken van glucose door groene planten
noemt men fotsynthese.
|
Koolstofdioxide+water+zonlicht
-----> glucose + zuurstof
|
De
verbranding
|
Levende cellen hebben energie nodig.
Cellen krijgen energie door langzaam (zonder
teveel warmte) glucose af tebreken.
Afbreken van grote moleculenn om er energie
uit te halen noemt men verbranding.
|
glucose+zuurstof
---> koolstofdioxide + water +
energie
|
Alle levende wezens hebben glucose nodig om aan energie
te komen.|
Alleen groene planten kunnen glucose maken. Planten maken
hun eigen voedsel!!
Dieren en mensen moeten glucose eten!!
Mensen en dieren kunnen niet zonder groene
planten.
Suikers lossen goed op en kunnen
met enige moeite door de celmenbranen de cel in en
uit.
Zetmeel bestaat uit een ketting van
glucosemoleculen.
Zetmeelmoleculen kunnen nooit door membranen. Ze moeten
eerst afgebroken worden tot maltose en
glucose.
Zetmeel lost niet (of zeer slecht
op in water). Daardoor heeft het geen osmotische waarde
en is het zeer geschikt als reservevoedsel.
In dieren zit een iest ander soort zetmeel dat glycogeen
genoemd wordt. Het is een belangrijke reservestof die in
de spieren en de lever bewaard wordt
Cellulose bestaat net als zetmeel
uit een ketting van glucosemoleculen, in dit geval echter
een ander type glucose.
Mensen kunnen cellulose niet in hun spijsverteringskanaal
afbreken tot suiker. We kunnen cellulose dus niet als
voedsel gebruiken.
Celwanden van planten bestaan voor
een belangrijk deel uit cellulose.
Papier, linnen, katoen zijn gemaakt
van zulke celwanden.
Koolhydraten en spijsvertering
Meestal eten wij
koolhydraten in de vorm van zetmeel.
Zet meel is niet oplosbaar en kan niet door
de membranen van de cellen.
Daarom moet zetmeel in ons
spijsverteringskanaal verteerd worden.
Verteren van zetmeel is zetmeel afbreken tot
glucose.
Glucose wordt opgelost in het bloed naar de
cellen vervoerd.
Zetmeel wordt verteerd
door speeksel en alvleessap.
Ga
voor vedere uitleg naar deze
animatie.
|