"Biologie is
niet alleen boeiend, maar wordt ook steeds belangrijker
voor de inrichting van onze maatschappij. Bijna alle
grote problemen, die de maatschappelijke discussie
beheersen, hebben een biologische component. Milieu,
(onder)voeding, duurzame energie productie, agressie,
broeikasgassen, genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen
en dieren, klonering, wie over deze klemmende
maatschappelijke problemen mee wil praten, dient iets te
weten van biologie." (Piet Borst, NRC 21 januari
1999)
Het vak biologie is
onderdeel van het profiel
Natuur en Gezondheid.
Op de
havo zijn daarvoor 320
slu
beschikbaar en in het
vwo 480 slu (biologie 1 en 2).
In het vwo is het voor leerlingen uit andere profielen
verplicht het deelvak biologie 1 (160 slu) te kiezen in
de vrije ruimte.
Op het havo is het vak niet gesplitst, wie het kiest,
moet het gehele vak doen.
Het volledige vak
wordt afgesloten met een schoolexamen en een centraal
examen. In het schoolexamen nemen praktische opdrachten,
waarin onderzoeksvaardigheden getoetst worden, een
belangrijke plaats in. Het deelvak wordt afgesloten met
alleen een schoolexamen.
De inhoud van het vak
biologie is in de tweede fase niet erg veranderd. Het
toepassen van kennis is belangrijker dan de kennis op
zich. Natuurlijk moet je ook dingen leren, kennis die je
niet bezit, kun je ook niet toepassen. De stof wordt
zoveel mogelijk in bepaalde contexten behandeld. Daarbij
moet je denken aan: gezondheid (bijvoorbeeld de rol van
voedsel, de rol van zonlicht, de rol van
micro-organismen), natuur en milieu (bijvoorbeeld invloed
van menselijk gedrag op de natuur), voedsel en
voedselproductie (bijvoorbeeld wereldvoedselprobleem) en
biotechnologie (bijvoorbeeld klonen, DNA-manipulatie).
Dit maakt biologie tot een vak dat je dagelijks
tegenkomt.
Als je een indruk wil
hebben van de onderwerpen die op het examen gevraagd
worden kijk dan naar Informatie
over het CS examen 6
Atheneum.
Het verschil tussen
havo en vwo zit vooral in de manier waarop met de stof
wordt omgegaan. De vwo-examens zijn meer wetenschappelijk
georiënteerd, het niveau waarop de stof toegepast
moet worden is abstracter en complexer. Op havo-niveau
ben je veel concreter en praktischer met de stof
bezig.
Voor iedereen die in
een medische, paramedische of biologische richting verder
wil, is dit vak een must, ook als het voor de
vervolgopleiding niet verplicht is. In elk geval is het
een vak dat je voor je algemene ontwikkeling niet mag
missen.
Tweede fase
(overzicht met voorbeelden)
Tijdsverdeling 2/3
practicum - 1/3 theorie
Leerlingen krijgen per blok een studiewijzer.
Studiewijzer
bevat:
Opdrachten
Planning
Verder staan
op bioplek:
Antwoorden
opdrachten studiewijzer
Omschrijving
van de leerstof
Profielwerkstuk
Examen