[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links][copyright]

 

Assimilatie-dissimilatie
Techniek 2.4

Meten van de fotosynthese

methode 2

  • Haal met een kurkboor 10 schijfjes uit een zeer vers spinazieblad. (een ander blad mag ook, maar sommige bladeren zijn te dik of te vet voor deze methode)..
  • Doe de schijfjes in een stevige reageerbuis of erlenmeyer met een bufferoplossing met pH 6.8.
  • Voeg 2 druppels verzadigde NaHCO3 oplossing toe. Hierdoor komt er extra CO2 in het water.
  • Omwikkel de reageerbuis of erlenmeyer met een doek om het gevaar van rondvliegende scherven te voorkomen en zuig vacuüm met de waterstraalpomp.
    Door het vacuüm worden de gassen uit de intercellulaire holtes in de stukjes blad via de huidmondjes weggezogen en vervangen door water. Daardoor worden de blaadjes zwaarder dan water.
  • Verbreek het vacuüm. De stukjes blad zinken nu naar de bodem.
    Tik tegen het glas als er blaadjes blijven hangen.
    Zinken de blaadjes niet, dan moet je langer vacuüm zuigen.
  • Maak een proefopstelling als bij afbeelding C. Giet de blaadjes in een petrischaal.
  • Gebruik een fotosyntheselamp en bepaal de tijd die nodig is om 5 van de 10 blaadje te laten drijven. Door de fotosynthese wordt zuurstof gevormd. Dat komt in de intercellulaire holtes terecht. De zuurstof lost slecht op in water en verdringt het water uit de holtes. De blaadjes worden lichter en gaan drijven.

Zie voor vergelijkbare methode techniekkaart 2.4.1.