Meten
van de gisting
methode
2, 3 en 4
Opmerking
1
Gistcellen
zijn eencellige schimmels. Gist is geen stof
!! Het zijn miljarden levende
wezentjes.
Gistcellen
kunnen dan ook niet in water oplossen. Een
oplossing is een mengsel van bijvoorbeeld
water- en suikermoleculen die door elkaar
heen bewegen.
Gistcellen
zijn veel groter dan moleculen. Als je ze
mengt met water zakken ze op den duur weer
naar de bodem omdat ze niet kunnen
zwemmen.
Een
mengsel van grote deeltjes met water noemt
men een suspensie.
- Gebruikmengsels
die bestaan uit water : gist : suiker = 10 :
1 : 1.
- Schud
de gistsuspensie goed voor gebruik. Zodra je
de suiker toevoegt begint de gisting
!!
Opmerking
2
Als
de temperatuur van lucht stijgt zet de lucht
sterk uit. Een deel van de toename van het
volume van het gas boven de gistsuspensie kan
hierdoor veroorzaakt worden.
Er
zijn 2 manieren om dit probleem op te
lossen.
1.
Meet alleen als de temperatuur constant
is; dus in een waterbad.
2.
Gebruik een controleproef met in plaats
van gistsuspensie bijvoorbeeld
water.
De
volumeveranderingen van de controleproef
kunnen gebruikt worden om de resultaten te
corrigeren
Methode
1
Deze
proefopstelling is eenvoudig, maar de methode is
niet erg nauwkeurig
- Zet
de proefopstelling eventueel in een
waterbad!!
Methode
2
Deze
methode is nauwkeuriger
- De
gistsuspensie kan het beste in een erlenmeyer
gedaan worden, omdat tijdens de proef door af
en toe te zwenken voorkomen wordt dat de
gistcellen naar de bodem zakken.
- De
maatcilinder moet onder water volledig gevuld
worden.
Methode
3
Deze
methode is het meest nauwkeurig
- De
gistsuspensie kan het beste in een erlenmeyer
gedaan worden, omdat tijdens de proef door af
en toe te zwenken voorkomen wordt dat de
gistcellen naar de bodem zakken.
- Gebruik
het kraantje om gas te laten ontsnappen en de
manometer voor een nieuwe meting weer in
evenwicht te brengen.