[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links][copyright]

 

Enzymen
Techniek 3.1


Werking van amylase

methode 1

  • Maak een aantal petrischalen met een agar-zetmeel bodem.
  • Voeg aan een verwarmd mengsel van agar en water (3%) zetmeel toe, zodat de totale oplossing 0.1% zetmeel bevat.
  • Roer het warme mengsel goed en giet het in de petrischalen.
  • Laat de petrischalen afkoelen tot de oplossing geleiachtig wordt.

    In plaats van agar-zetmeel kunnen ook ronde papiertjes gebruik worden.
    Tijdens de fabricage van papier wordt zetmeel als een soort lijm gebruikt.

    Gewoon stencilpapier is goed.

     

  • Test even met jodium of er zetmeel in zit. (In filtreerpapier zit geen zetmeel.)
  • Leg gehalveerde zaden op de agar. Het amylase diffundeert in de voedingsbodem en zal het zetmeel afbreken.
  • Giet na bijvoorbeeld een dag KI3 (kaliumjodide) oplossing over de voedingsbodem.
    De bodem kleurt blauw behalve de plaatsen waar de zetmeel afgebroken is.

    De jodiumoplossing kan eventueel ook aan het begin van het experiment toegevoegd worden.