CO2-indicator
inleiding
Waterplanten halen de CO2 die nodig is voor de fotosynthese uit het water. De waterstofcarbonaat-indicator is gevoelig voor veranderingen van de hoeveelheid CO2 in het water en kan dus gebruikt worden om na te gaan in welke mate de hoeveelheid CO2 in het water door toedoen van waterplanten varieert.
De indicator is oranje/rood van kleur wanneer de hoeveelheid CO2 in evenwicht is met die van de atmosferische lucht.
Hij is geel wanneer meer kooldioxide wordt toegevoegd. De kleur verandert van rood tot een diep paarse kleur als kooldioxide wordt verwijderd.
De indicator kan vrij eenvoudig worden gemaakt van cresolrood en thymolblauw.
Werkwijze
Materiaal
cresolrood
thymolblauw
ethanol 96%
NaHCO3 (natriumwaterstofcarbonaat)
Methode
- Los van 0,10 g cresolrood en 0,20 g thymolblauw op in 20 mL 96% ethanol.
- Los 0,85 g natriumwaterstofcarbonaat op in ongeveer 200mL vers gekookt gedestilleerd water.
- Voeg de ethanoloplossing(met de kleurstoffen) toe aan de oplossing met natriumwaterstofcarbonaat en vul aan tot 1 liter met vers gekookt gedestilleerd water.
- Voor het gebruik moet de stockstandaard 25x verdund worden met vers gekookt gedestilleerd water. Belucht om het evenwicht met de atmosferische CO2 te krijgen.
Kleurverandering van de indicator kan gemeten worden met een colorimeter. Verschillende kleuren absorberen verschillende golflengten van het licht in verschillende mate. In dit geval kan het beste met groen licht (ongeveer 550nm) gewerkt worden, omdat de kleuren van de indicator (paars, rood, geel) groen licht heel goed absorberen. Met een colorimeter kan van de gekleurde oplossing de absorptie (of de extinctie) gemeten worden. Zie Techniekkaart 10.1: Colorimeter.
De indicator is een zeer gevoelige pH-indicator. Daarom is het belangrijk dat al het gebruikte glaswerk e.d. voor gebruik wordt uitgespoeld met een beetje van de indicator.
©scholte/marree2012
