[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links][copyright]

Veldwerk
Techniek 8.8
 
Wateronderzoek
Biologisch kwaliteitsbepaling - Methode 2

De bepaling berust op twee principes:

  • Er zijn bepaalde diersoorten met een klein tolerantiegebied die het eerst verdwijnen als het water vervuild wordt. Deze soorten worden indicatorsoorten (bioindicatoren) genoemd. Ze zijn erg gevoelig voor vervuiling.
    Andere soorten zijn veel toleranter en kunnen ook in wat meer vervuild water overleven.
  • In niet vervuild water komen veel soorten dieren voor en het aantal individuen per soort is (relatief) klein (grote diversiteit).
    Naarmate water ernstiger vervuild (verstoord) wordt, neemt de diversiteit af. Er komen dan minder soorten dieren voor en het aantal dieren per soort is groter.

    Uitwerken van de resultaten

  1. Noteer in tabel 1 hoeveel soorten per groep je gevonden hebt. Het aantal individuen per soort is hierbij niet van belang.

    De "groepen" die geen rol spelen bij het bepalen van de kwaliteit zijn niet genoemd.

    Tabel 1
    groep
    totaal aantal soorten
    1
    Platwormen


    .

    2
    Bloedzuigers


    .

    3
    Mossels


    .

    4
    Slakken


    .

    5
    Kreeftachtigen

    .

    6
    Kevers
    larven en volwassenen

    .

    7
    Watermijten


    .

    8
    Steenvlieglarven


    .

    9
    Haftenlarven


    .

    10
    Kokerjuffers


    .

    11
    Rode muggelarven

    Tel deze als één groep
    Als ze gevonden zijn, bij het aantal een 1 invullen

    .

    12
    Wormen
    (bloedzuigers apart noteren)

    Tel deze als één groep
    Als ze gevonden zijn, bij het aantal een 1 invullen

    .


    Totaal aantal soorten

    .

     
  2. Bepaal aan de hand van tabel 2 het kwaliteitscijfer.
    Doorloop tabel 2 van boven naar beneden.
    • Bepaal of je de eerste genoemde groep (steenvlieglarven) gevonden hebt.
    • Als dat zo is, kijk dan in de kolom die overeenkomt met het totale aantal soorten uit tabel 1.
      Daar staat het kwaliteitscijfer.
      In de waterkwaliteittabel (onderaan de bladzijde) kun je zien wat dat cijfer betekent.

      Je hoeft dus niet meer verder te kijken. Zodra je een groep gevonden hebt, stop je.
    • Heb je geen examplaren van de eerste groep gevonden, ga dan door naar de tweede groep (haftenlarven), enzovoort
    Tabel 2 (bron: "Bio-Buiten" - veldwerkbladen 2 - zoet water)

    gevonden groepen
    totaal aantal gevonden soorten (uit tabel 1)
    0 - 1
    2 - 5
    6-10
    11-15
    16 +

    Steenvlieglarven
    (leven alleen in zeer schoon stromend water)

    meer dan 1 soort gevonden

    -
    7
    8
    9
    10

    1 soort gevonden

    -
    6
    6
    8
    9

    Haftenlarven
    (leven in schoon water)

    meer dan 1 soort gevonden

    -
    6
    7
    8
    9

    1 soort gevonden

    -
    5
    6
    7
    8

    Larven van kokerjuffers
    (leven in redelijk schoon water)

    meer dan 1 soort gevonden

    -
    5
    6
    7
    8

    1 soort gevonden

    4
    4
    5
    6
    7

    Vlokreeften
    Larven van Libellen
    Slakken
    Mossels

    (overleven een beetje verontreiniging)

    alle bovenstaande afwezig

    3
    4
    5
    6
    7

    Waterpissebed
    Waterkevers
    Bloedzuigers

    alle bovenstaande afwezig

    2
    3
    4
    5
    6

    Rode muggelarve

    alle bovenstaande afwezig

    1
    2
    3
    4
    -

    alle bovenstaande afwezig

     
    0
    1
    2
    -
    -

    Tabel waterkwaliteit

kwaliteitscijfer
betekent
9 en 10
niet verontreinigd
7 en 8
weinig verontreinigd
5 en 6
matig verontreinigd
3 en 4
ernstig verontreinigd
0, 1 en 2
sterk verontreinigd
bron:
"Bio-Buiten" - veldwerkbladen 2 - zoet water
Vik Casteels e.a
1983 De Nederlandse Boekhandel

© scholte/marree 2001