Verslag
Techniek onderbouw 1.2
Aanwijzingen voor het maken van een verslag 2
Verzorging van het verslag
Werk netjes en overzichtelijk
- Zorg voor een goede bladindeling.
- Neem voldoende ruimte boven en onder en links en rechts.
- Centreer de gewone tekst niet.
- Sla tussen de verschillende hoofdstukjes een of enkele regels over.
- Verdeel de tekst in alinea's. Begin niet iedere zin op een nieuwe regel.
- Controleer de tekst op taalfouten. Maak gebruik van de spellingscontrole.
Ga na of de goed lopende zinnen gemaakt hebt.
- Lettertype
- Gebruik voor het hele verslag één lettertype.
- Kies een normale drukletter (en geen sierletter).
- Gebruik voor de gewone tekst lettergrootte 10 of 12.
Voor de titels van de hoofdstukjes kun je een grotere letter gebruiken (niet overdrijven).
- Nummer de bladzijden met behulp van de tekstverwerker.
- Nummer alle bladzijden, ook die waar alleen afbeeldingen of tekeningen op staan.
- Maak een overzichtelijke inhoudsopgave.
- Doe het werk in een mapje (snelhechter)
Let op verder de volgende zaken
- Voorpagina
Hierop moet komen te staan:
- een titel;
- je eigen naam en de naam (of namen) van de personen waarmee je samengewerkt hebt.
- Inhoudsopgave
Hierin moeten de titels van de hoofdstukjes staan en de nummers van de bladzijden.
Zorg ervoor dat de inhoudsopgave overzichtelijk is.
- Hoofdstukjes
- Zet boven ieder hoofdstukje een titel.
Bij verslagen zijn de titels van de hoofdstukjes voorgeschreven.
- Zorg ervoor dat de titels duidelijk te onderscheiden zijn van de gewone tekst.
Dat kan door de titels:
- vet af te drukken,
- een iets grotere letter te nemen (niet overdrijven) of,
- te onderstrepen.
- Geen WordArt gebruiken!
- Afbeeldingen
- Geef afbeeldingen een onderschrift (wat is er op de afbeelding te zien) en noteer, als je de afbeelding niet zelf gemaakt hebt, de bron.
- Zorg ervoor dat een tabel of een grafiek op één bladzijde past.
- Geef een tabel en een grafiek een titel.
- Bronnenlijst
- Maak als je bronnen gebruikt hebt op een aparte bronnenlijst. met alle bronnen die je hebt gebruikt .
- Wanneer je in de tekst naar een bron wilt verwijzen kun je met de optie “voetnoot” om te verwijzen naar de bron waarop de tekst betrekking heeft.
- Als het weinig bronnen zijn, kun je de bronnenlijst bij de inhoudsopgave zetten.
Als het een lange lijst is, voeg je deze toe achteraan je verslag of werkstuk.
© scholte/marree 2000