home-inhoud-inhoud onderbouw


 

 

Pissebedden en vocht

Informatie over pissebedden

Hoe zien ze er ui?

Pissebedden zijn ongeveer 2 cm lang en hebben een ovaal lijf.
Het lijf bestaat uit harde, elkaar overlappende platen (segmenten). Op de kop zitten twee grote voelsprieten (antennen). Ze hebben ook nog twee veel kleinere "voelers". Die zitten tussen de grote voelsprieten in, maar zijn veel moeilijker te zien. Je hebt daarvoor een loep nodig.
Ze hebben 7 paar poten. De poten bestaan uit verschillende deeltjes (leden). Daarom horen ze net als insecten en spinnen bij de
geleedpotige dieren. Het zijn kreeftachtigen. De kreeftachtigen leven bijna allemaal in het water. Pissebedden zijn de enige kreeftachtigen die op het land kunnen leven.

Verschillende soorten

In Nederland komen 37 soorten pissebedden voor. Bijna iedereen weet wel hoe pissebedden er uitziet, maar weinig mensen kunnen de soorten uit elkaar houden. Op grond van de vorm van het lichaam en het gedrag kunnen vier groepen onderscheiden worden, de "renners, de "kruipers, de "vastklampers" en de "oprollers".
De "renners" heben een slank lichaam en lange poten. Ze rennen zeer snel weg als ze verstoord worden.
De "vastklampers" hebben een breder en platter lijf. Als ze verstoord worden, drukken ze zich tegen de ondergrond aan.
De "oprollers" kunnen zich oprollen tot een balletje. Ze zien er dan uit als een klein grijs pilletje. Vroeger werden ze ook echt als medicijn gebruikt.

Oniscus asellus

Soorten die veel voorkomen zijn: Oniscus asellus en Porcellio scaber.
O. asellus is grijs en een beetje glanzend. Op het lijf zitten vaak lichtere vlekken. Deze soort hoort bij de "vastklampers"
P. scaber is egaal donkergrijs en bij de kop vaak een beetje roodbruin.

Porcellio scaber

Een andere algemene soort, Armadillidium vulgare, hoort bij de "oprollers". Ze komen op wat drogere plaatsen voor en kunnen ook overdag actief zijn. Ze hebben een wat boller lichaam dan de andere soorten.

Voedsel

Ze eten voornamelijk dode bladeren en ander rottend materiaal

Voortplanting

Van P. scaber is veel bekend over de manier waarop de dieren zich voortplanten. Het vrouwtje krijgt tussen haar poten een broedbuidel, waarin de eieren komen te zitten. Die buidel ziet eruit als een wit driehoekje.
In de broedbuidel zit een vloeistof waarin de eieren zich ontwikkelen.
Na 4 - 6 weken komen de jongen naar buiten, ze zijn dan ongeveer 2 mm groot en wit.

bron: Landpissebedden, M.P.Berg en H.Wijnhoven,
        Wetenschappelijke mededeling KNNV nr. 221




© scholte/marree 2001