home-inhoud-inhoud onderbouw  



Proefjes met botten en spieren


practicum voor de onderbouw 

Been en kraakbeen

 

 

been

kraakbeen

Dit onderzoek kun je alleen doen als je al geleerd hebt om met de microscoop te werken en tekeningen van praparaten te maken.

Inleiding

Bronnen:
je eigen leerboek
Kraakbeen en been

Verwerk de volgende onderdelen (in volledige zinnen) in de inleiding.
Zoek de informatie op inje leerboek en/of op internet .

  • Botten bestaan uit been of kraakbeen.
    Zoek op wat de verschillen daartussen zijn.
  • Been bestaat zelf weer uit verschillende stoffen.
    Zoek op welke stoffen dat zijn en welke functie ze voor de botten hebben.
  • Zoek op welk verschil er is tussen de botten van jonge mensen en de botten van ouderen.
    Wat is het gevolg daarvan?

    Doel van het onderzoek

    Hoe zien kraakbeenweefsel en beenweefsel er onder de microscoop uit? Welke onderdelen zijn te herkennen?

    Werkwijze

    materiaal

    preparaat van kraakbeenweefsel (dit preparaat is behandeld met kleurstoffen).
    preparaat van beenweefsel
    microscoop

    methode

    De preparaten zijn ingemaakt. Je krijgt dus geen levende cellen te zien zoals bij bijvoorbeeld het vliesje van een ui of een blaadje van waterpest.
    Het gaat nu ook niet om de onderdelen die in de cellen te zien zijn, maar om de manier waarop de cellen bij elkaar zitten.

  • Leg het preparaat onder de microscoop.
    Werk op de manier die je geleerd hebt. Begin dus altijd met de kleinste vergroting.
  • Bekijk het preparaat bij de verschillende vergrotingen.
  • Zoek in boeken op hoe de onderdelen heten die je kunt zien.
  • Maak een overzichtstekening (bij 100x).
    Denk eraan om:
    • boven de tekening een opschrift te zetten (onderwerp + vergroting) .
    • de namen van de onderdelen bij de tekening te zetten (met verwijsstreepjes).
  • Als je nog tijd hebt, kun je één cel nauwkeurig tekenen (bij 400x).

    Resultaten

    Dat zijn je tekeningen.

    Nabespreking

    Verwerk de volgende onderdelen (in volledige zinnen) in de nabespreking.

  • Bekijk je tekeningen. Wat ben je nu te weten gekomen over het verschil tussen kraakbeen en been?

 

© scholte/marree 2003