[home]
[inhoud site][Inhoud bovenbouw][practicum][links]

spijsvertering blad 11


bioplek 

Practicum spijsvertering en voeding

onderbouw

Het gebit van planteneters en vleeseters

Lees eerst het stappenplan.
Werk volgens de stappen die daar staan.

Doel

Je gaat onderzoeken:

Welke verschillen er zijn bij het gebit van planteneters en vleeseters.
Je moet daarbij letten op:

  • welke verschillen er zijn tussen de kiezen.
  • welke verschillen er zijn tussen de manier waarop de tanden en kiezen verspreid in de kaak zitten.
  • welke verschillen zijn er tussen de manier waarop de kiezen elkaar raken.

Werkwijze

materiaal

  • schedel van een planteneter
  • schedel van een vleeseter
methode
  • Zoek op wat precies een snijtand, een hoektand en een kies is.
    Zie foto bosspitsmuis
  • Zoek op welk kiezen er zijn en hoe die eruit zien.
    Je kunt die informatie voor een deel vinden op de volgende bladzijden:
    vleeseters
    planteneters
    knipkiezen, plooikiezen en knobbelkiezen
  • Bestudeer de schedel van een planteneter en een vleeseter.
  • Bekijk de kiezen. Ga na welk type kiezen het zijn. Beschrijf de kiezen en/of maak een nauwkeurige tekening.
    Zet de afmetingen van de kiezen er bij.
  • Zoek uit hoeveel snijtanden, hoektanden en kiezen in de onderkaak en in de bovenkaak zitten.
  • Zoek op wat bedoeld wordt met een tandformule.
    Maak de tandformule van beide schedels
  • Bekijk de manier waarop de kiezen uit de bovenkaak en de onderkaak elkaar raken. Beschrijf dat.

    Resultaten

    Schrijf al je resultaten zo overzichtelijk mogelijk op. Liefst in een tabel. (zie voorbeeld).

    .

    planteneter
    vleeseter
    soort kiezen

    .

    .

     

    tekening van een kies

     

     

     

    .

    .

    aantal snijtanden

    .

    .

    aantal hoektanden

    .

    .

    aantal kiezen

    .

    .



    beschrijving of tekening van een kies

     

    ..

    .

     

    tandformule

    .

    .

     

    Manier waarop de kiezen elkaar raken

    .

     .

     

     

    ..

    Nabespreking

    Verwerk de volgende onderdelen (in volledige zinnen) in de nabespreking.

    conclusie:

  • Welke verschillen zijn er tussen het gebit van een planteneter en een vleeseter?
  • Wat hebben die verschillen te maken met het soort voedsel dat die dieren eten?

    verwerking theorie:

  •  Leg uit waardoor plantaardig voedsel moeilijker te verteren is dan dierlijk voedsel(vlees). je kunt daarbij gebruik maken van informatie uit je boek of op bij informatie schedels.

 
©scholte/marree 2004