De
sloot is een biotoop. Door de speciale abiotische
omstandigheden (water) in de sloot, kom je daar een
heel andere levensgemeenschap tegen dan bijvoorbeeld
in de tuin. In dit
practicum ga je kennismaken met enkele dieren uit die
levensgemeenschap. Je leert een aantal soorten kennen
en enkele daarvan ga je nauwkeuriger
bestuderen. Materiaal groot
net op een steel Werkwijze Om een goed beeld te
krijgen van de dieren, moet je heel goed kijken. Onderstaande vragen
helpen je bij het kijken naar de dieren. Met
behulp van de aantekeningen die je gemaakt hebt, maak
je nu een beschrijving van ieder dier. Dat moet je zo
doen dat iemand die het dier nooit gezien heeft moet
uit jouw verhaal kan opmaken hoe het dier eruit
ziet. Maak
je beschrijvingen op A4-papier. Gebruik voor ieder
dier een nieuw blad. Deel
het geheel overzichtelijk in. Dat kun je doen door
alinea's te maken. Steeds als je een ander onderdeel
van het dier beschrijft, begin je een nieuwe alinea.
Je kunt het verhaal ook in verschillende (kleine)
hoofdstukjes verdelen. Maak in dat geval
tussenkopjes. Extra
informatie Er is
vaak meer over de diertjes bekend dan je bij het
kijken te weten bent gekomen. Je kunt aanvullende
informatie opzoeken in boekjes. Er zijn heel veel
boekjes waar informatie over slootdieren in staat. In
de bibliotheek kun je deze zeker vinden. Schrijf
geen dingen letterlijk over en gebruik alleen
informatie die je begrijpt. Als je
in je beschrijving informatie uit boeken of van
internet verwerkt, moet je altijd de bron(nen)
vermelden. Dat
doe je zo: Bij
informatie uit boeken: eerst
de titel van het boek, dan de schrijver. Voorbeeld Elsevier
Insectengids, M Chinery Wat
vind ik in sloot en plas, Dr W.J Prud'Homme Bij
informatie van internet naam
van de site en het "adres". Voorbeeld Bioplek
- www. bioplek.org Kliederen
met water -
http://www.groenewelle.nl/milieutoezicht/internet_project/index.html Verslag Elders
op bioplek Wat
eten slootdieren (informatie en
tekeningen) © scholte/marree
2000
practicumopdracht
onderbouw
Inhoud
Inleiding
Slootdieren
vangen
platte witte plastic bak
emmer met deksel of monsterpotjes
theezeefje en/of een theelepeltje
Als je een boekje of determinatielijst bij je hebt,
kun je meteen proberen de namen van de dieren op te
zoeken.
Met een theezeefje of een theelepeltje kun je ze goed
uit de bak halen.
Als je veel verschillende diertjes wilt vangen, moet
je het net op verschillende plaatsen door het water
halen: langs de kant, in het midden, tussen de
waterplanten, aan de oppervlakte en dieper.
Aanwijzingen
bij het bestuderen van de dieren
Door rustig en nauwkeurig te kijken zie je veel meer
dan door oppervlakkig kijken, vooral als het om de
kleine dingen (de details) gaat. Denk vooral niet te
snel dat je het wel gezien hebt. Ook als je een
plaatje van een dier gezien hebt en zelfs de naam van
het dier al kent, moet je er vanuit gaan dat er nog
veel bijzonderheden te ontdekken zijn.
Voorbeeld
Het dier is bijna rond, het dier is ongeveer even lang
als breed.
Het dier is ovaal: de lengte is groter dan de
breedte.
Voorbeeld
Het lichaam van een oorwurm bestaat uit 3 grote delen:
de kop, het borststuk, en het achterlijf.
Let ook op de onderkant van het dier. Soms kan je door
vleugels of dekschilden de segmenten niet goed
zien.
Voorbeeld
Het lichaam van een regenworm bestaat uit
één groot stuk dat verdeeld in een groot
aantal segmenten.
Deze kan hard of zacht zijn. Een dier dat van vorm
verandert heeft geen harde buitenkant. Dieren met een
lichaam dat uit verschillende delen bestaat, hebben
een uitwendig skelet en dus een harde buitenkant.
Er zijn ook dieren die niet overal even hard of zacht
zijn. Let daar ook op.
Beschrijf de poten.
Bestaan de poten uit meerdere delen (leden)?
Aan welk deel van het lichaam zitten de poten vast?
(Meestal kan je dat goed zien aan de onderkant).
Let ook op de lengte van de poten. Zijn ze allemaal
even lang? Zitten er haartjes (of andere 'dingen') op
de poten?
Probeer te kijken waar de poten vor ge bruikt worden
(zwemmen, eten, lopen enz.).
Misschien kun je zien wat het dier met de uitsteeksels
doet.
Hoeveel vleugels heeft het dier?
Hoe zien de vleugels eruit?
Wat is de vorm en kleur van de ogen? Hoe groot zijn de
ogen (vergeleken met de kop)?
Zitten er uitsteeksels rond de mond? Hoe zien die
eruit?
Dieren
beschrijven
Zet boven je beschrijving de naam van het
dier.
Ook op internet
is het een en ander te vinden.
terug
naar inhoud
Internet