Samenvatting examenstof biologie - VMBO - TL en GL
exameneenheid K11
Reageren op prikkels
Zenuwen, zintuigen en hormonen3. Hormonen
Centraal examen
HormoonstelselHormoonstelsel
- Bestaat uit hormoonklieren.
- Liggen verspreid door het lichaam.
- Werkt langzamer dan het zenuwstelsel.
- Regelt de werking van de organen in je lichaam.
Hormonen
- Zijn regelstoffen.
- Van belang bij het in stand houden van een constant inwendig milieu.
Bijvoorbeeld
- Het constant houden van het glucosegehalte van het bloed.
- Regelen de groei en ontwikkeling van het lichaam.
Bijvoorbeeld
- De regeling van de werking van de eierstokken en teelballen.
- Regelen de stofwisseling.
Bijvoorbeeld
- De snelheid van de verbranding.
- Hormoon wordt gemaakt in een hormoonklier.
Voorbeelden
- Hypofyse;
- Eilandjes van Langerhans in de alvleesklier;
- Eierstokken en teelballen;
- Bijnier.
- Wordt afgegeven aan en vervoerd door het bloed.
- Bepaalde organen reageren op het hormoon.
- Via het bloed komen komt een hormoon bij het orgaan dat moet gaan werken (of juist geremd moet worden).
Regeling
- Een hormoonklier maakt een bepaald hormoon --> Dat hormoon heeft een bepaald effect.
- Dat effect heeft (direct of indirect) weer een remmende invloed op de hormoonklier --> De hormoonklier gaat minder van het hormoon maken.
HypofyseHypofyse
- Belangrijkste hormoonklier.
- Is een aanhangsel van de hersenen.
- Maakt verschillende hormonen.
- Regelen van onder andere de groei.
- groeihormoon.
- Beïnvloeding van andere hormoonklieren.
Voorbeelden
- Regeling werking van de schildklier.
- Schildklier maakt zelf ook weer een hormoon (schildklierhormoon).
- Stimuleert de verbranding in de cellen.
- Regeling werking van de geslachtsorganen.
- Vrouw: eicel gaat rijpen
- Man: zaadcellen worden gevormd.
- Geslachtsorganen gaan geslachtshormonen maken.
Eilandjes van LangerhansRegeling hoeveelheid glucose in het bloed
- Hoeveelheid glucose in het bloed moet zoveel mogelijk constant blijven.
- Dus niet afhankelijk van of je net gegeten hebt.
- Wordt geregeld via hormonen uit de eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier).
- Insuline
- Wordt gemaakt als er na het eten veel glucose in je bloed komt.
- Het verlaagt de hoeveelheid glucose doordat onder invloed van insuline:
- de lever (en spieren) glucose omzetten in glycogeen (soort zetmeel).
- Glycogeen wordt opgeslagen in de lever (en de spieren).
- Glucagon
- Wordt gemaakt als de hoeveelheid glucose in je bloed te laag wordt.
Bijvoorbeeld
- Doordat je veel glucose verbrand hebt.
- Verhoogt de hoeveelheid glucose doordat onder invloed van glucagon:
- de lever glycogeen weer omzet in glucose.
- Deze glucose wordt afgegeven aan het bloed.
Regeling
- Glucosegehalte in het bloed is te hoog.
- Alvleesklier (eilandjes van Langerhans) maakt insuline.
- Insuline komt via het bloed bij de lever en de spieren --> glucose wordt uit het bloed opgenomen.
- Van glucose wordt glycogeen gemaakt (opslag). --> De hoeveelheid glucose in het bloed daalt.
- Glucosegehalte van het bloed is te laag.
- Alvleesklier (eilandjes van Langerhans) maakt glucagon.
- Insuline komt via het bloed bij de lever en de spieren --> glycogeen wordt omgezet in glucose --> glucose wordt aan het bloed afgegeven --> de hoeveelheid glucose in het bloed wordt groter.
- Enzovoort.
- Gevolg is dat de hoeveelheid glucose in het bloed schommelt rond een bepaalde waarde.
Suikerziekte (diabetes)
- De eilandjes van Langerhans werken niet goed.
- Er wordt geen of te weinig insuline gemaakt.
- Patiënten moeten extra insuline inspuiten.