[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links]
©scholte/marree2000 (herzien in 2008)
Practicum Stofwisseling van de mens VWO - tweede fase domein D3
Inhoud
- Verplichte opdrachten
- Opdracht experimenteel onderzoek
- Onderzoeksmogelijkheden: Gaswisseling, bloed en bloedsomloop
- Onderzoeksmogelijkheden: Voeding en spijsvertering
- Het opstellen van een hypothese
Elders op Bioplek
- Aanwijzingen experimenteel onderzoek: techniekkaart 9.4
- Maken van een werkplan: techniekkaart 9.10
- Maken van een verslag: techniekkaart 9.1
Verplichte opdrachten
Deze opdrachten zijn vooral bedoeld ter ondersteuning van de theorie. Er moeten deelverslagen worden ingeleverd.
- Bloeddrukmeting
Theorie
- Synaps VWO B2 § 6.4.2 (of een ander biologieboek)
- Bioplek: Bloeddruk
Werkwijze
- Bepaal met de handmatige bloeddrukmeter je bloeddruk.
TechniekkaartVerslag
- Inleiding met uitleg:
- over wat bloeddruk precies is;
- bovendruk (systole) en onderdruk (diastole);
- verloop van de bloeddruk;
- verschil bloeddruk in aorta en longslagader.
- Werkwijze en resultaten.
- Bloedcellen
Theorie
- Synaps VWO B2 § 6.2.2 (of een ander biologieboek).
- Bioplek: Bestanddelen van het bloed.
Werkwijze
- Teken een rode bloedcel en twee typen witte bloedcellen.
Verslag
- tekeningen rode bloedcel;
- tekening 2 typen witte bloedcellen;
- functies van de verschillende bloedcellen;
- rol hemoglobine.
- Maken en interpreteren ECG
Theorie
- Synaps VWO B2 § 6.3.4 (of een ander biologieboek)
- Theorie op bioplek: Hartwerking
- Elders op internet animatie werking kleppen: biointeractive/heartfunction
Rondom het hart bevindt zich zenuwweefsel dat signalen geeft voor het samentrekken van het hart. De prikkels die zich door de hartspier verspreiden,veroorzaken kleine elektrische stroompjes.
De elektrische stroompjes die zich door de hartspier verspreiden, zijn eenvoudig te meten.
Dit gebeurt door een aantal elektroden op de huid te plakken. De elektrodes worden aangesloten op een versterker en een monitor. Op de monitor wordt de elektrische hartactiviteit zichtbaar gemaakt in een diagram. Dit diagram wordt het elektrocardiogram (ECG) genoemd.
Werkwijze
- Maak een ECG.
- Interpreteer de gegevens.
- Beschrijf de vorm van het ECG-patroon van één hartslag (hoeveel pieken zijn er, welke vorm hebben ze, welke piek is het hoogst?)
- Bepaal de plaats van de P-, QRS- en T-piek in jullie gemeten cardiogram.
- Waarvan is de P-piek het gevolg?
- Waarvan is de QRS-piek het gevolg?
- Beschrijf de bloedstroom gedurende de hartcyclus en geef aan wat de stand van de hartkleppen
en de slagaderkleppen op de verschillende momenten is.- Bij zware inspanning kan de hartslagfrequentie tot over de 200 slagen per minuut stijgen.
Verwacht je dat een stijging van de hartslagfrequentie ook gevolgen heeft voor de duur van
het P-R interval? Ja of nee? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Wat verandert er bij activiteit nog meer aan het hart?- Bepaal de duur van PR (samentrekken van de boezems), RT (samentrekken van de kamers) en
TP (de hartpauze) in je eigen ECG.
Wat is de duur van één hartslag?- Wat is jouw hartslagfrequentie (in slagen per minuut)?
Verslag
- Resultaten - Grafiek
- Verwerking van de vragen.
- Longfunctie
Theorie
- Synaps VWO B2 § 7.3 (of een ander biologieboek).
- Bioplek: Gaswisseling mens
Werkwijze
- Bepaal je ademteugvolume (VT) en je ademfrequentie bij een gewone ademhaling.
- Bereken je ademminuutvolume (AMV) bij een gewone ademhaling
- Bepaal:
- je inademingsrestvolume (inspiratoir restvolume (VIR);
- je inademingcapaciteit (VIC);
- je uitademingsrestvolume (expiratoir reservevolume (VUR);
- je vitale capaciteit (VVC);
- je 1 seconde capaciteit (uitademing);
- de peakflow.
- Bereken je totale longcapaciteit (VTC).
Verslag
- Werkwijze (hoe bepalen verschillende waarden)
- Uitleg begrippen
- Resultaten (grafiek + berekeningen)
Opdracht experimenteel onderzoek
- Tijdens het practicum moet je een labjournaal bijhouden.
In het labjournaal wordt vermeld wat je tijdens de practicumuren gedaan hebt en welke gegevens je verzameld hebt.
- Kies een onderzoeksvraag uit.
Zie Problemen die onderzocht kunnen worden.
- Bestudeer de bijbehorende theorie en schrijf een inleiding waarin je de voor het onderzoek relevante feiten vermeldt (eigen teksten).
- Ga na hoe je het onderzoekt wilt gaan uitvoeren.
- Zet de probleemstelling en de hypothese (indien mogelijk) op papier voordat je begint.
Noteer bij welk resultaat je hypothese bevestigd wordt (Als..dan...).
- Test de proefopstelling uit.
- Voer dan het eigenlijke experiment uit.
- Maak een verslag van het onderzoek (techniekkaart 9.1).
Problemen die onderzocht kunnen wordenGaswisseling en bloed
- Wat is de invloed van de temperatuur op de bloedstolling?
- Welk verband bestaat er tussen de mate van inspanning en de hartslagfrequentie en wat is ongeveer de hartcapaciteit onder die verschillende omstandigheden?
- Wat is de invloed van inspanning op de bloeddruk?
- Wat is de invloed van de temperatuur op de hartslag van een poelslak?
- Hoeveel CO2 en O2 bevat ingeademde en uitgeademde lucht?
Wat is de invloed van inspanning op het CO2 en O2gehalte in uitgeademde lucht?
- Wat is de invloed van de temperatuur op de adembewegingen van een (goud)vis?
- Wat is de invloed van de hoeveelheid CO2 op de ademhaling van een goudvis?
- Wat is de invloed van de temperatuur op het zuurstof gebruik van een insect? (of een ander klein ongewerveld dier)
- Wat is het conditiegetal van een proefpersoon? Gesloten opdracht dus geen hypothese!
- Wat is de verhouding tussen de CO2 productie en de zuurstofopname door kiemende zaden (bijvoorbeeld erwten)?
- Wat is de invloed van inspanning op de tijd dat iemand zijn adem kan inhouden?
- Wat is gebeurt er met rode bloedlichaampjes als ze in oplossingen worden gelegd met een hogere en een lagere osmotische waarde dan de celinhoud.?
- Wat is de invloed van het toevoegen van zuren en basen op de pH van het bloedplasma?
- Wat is de invloed van verschillende bereidingswijzen van groenten of fruit op het gehalte aan vitamine C?
- Heeft verhitten invloed op vitamine C, wordt het erdoor onwerkzaam?
Maakt de duur van de verhitting verschil?
- Wat is de invloed van verschillende bewaarmethoden van groenten of fruit op het gehalte aan vitamine C?
- Is het gezonder om aardappels of appels met schil te eten dan om deze te schillen?
- Wat is de beste temperatuur voor het ontstaan van yoghurt?
- Wat is het effect van citroensap op het bruin worden van appels of aardappels, maakt de concentratie van het citroensap verschil?
- Onderzoek naar het voorkomen van amylase in verschillende soorten honing.
- Het zuur worden van melk,
Zijn er verschillen in de snelheid waarmee volle en halfvolle melk (en eventueel verse melk) zuur worden?
- Kleurstoffen in voeding.
- Is er verschil tussen de hoeveelheid enzym in het speeksel van een hongerig mens en in dat van meer verzadigde personen?
- Is er verschil tussen de hoeveelheid enzym in het speeksel van verschillende mensen?
- Hoelang en bij welke temperatuur moeten vruchten die proteasen bevatten verwarmd worden om er een gelatinepudding van te kunnen maken?
- Conserveermiddelen in dranken.
- Antibacteriële werking van speeksel
- Is er verschil tussen de samenstelling van het speeksel van rokende en niet rokende personen?
Het opstellen van een hypothese
Hypothese
Bij een experimenteel onderzoek moet vooraf nagedacht worden over het verwachte resultaat van het onderzoek.: welk antwoord op de onderzoeksvraag verwacht je? Een goede hypothese helpt je een goed experiment op te zetten.
Een hypothese geeft een algemeen antwoord, er horen geen exacte meetresultaten (bijvoorbeeld oC of minuten) in te staan.
De hypothese maak je voordat je aan een experiment begint. Het is absoluut geen probleem als de hypothese na afloop van je onderzoek niet juist blijkt te zijn. Je moet de hypothese niet achteraf verbeteren!!
Verantwoording van de hypothese
De hypothese moet gebaseerd worden je op de jouw bekende biologische theorie. Als je nog geen enkel idee hebt, bestudeer dan eerst de bijbehorende theorie.
Voorspelling van het verwachte (meet)resultaat
Als je weet hoe je het experiment wilt gaan uitvoeren, moet je ook concreet aangeven welke resultaten je verwacht als de hypothese juist is.
Voorbeeld:
Als de vertering van zetmeel sneller gaat wanneer de temperatuur hoger wordt, dan zal de jodiumkleur bij hogere temperaturen steeds sneller verdwijnen.