naar antwoorden>>>
naar
tekst>>>

OPDRACHTEN EVOLUTIE
- Lees I A
- Wat is een antropocentrisch wereldbeeld?
- In de Renaissance gingen steeds meer
natuuronderzoekers over tot wat men tegenwoordig de
'natuurwetenschappelijke methode' noemt.
Volgens deze methode zoekt men de oplossing van een
probleem door het doen van waarnemingen en
experimenten.
Wat is het grote verschil met de natuurbeschouwing van
de oude Grieken?
- Zal de ontdekking van instrumenten als microscoop,
telescoop e.d. oorzaak of gevolg zijn van de nieuwe
manier van natuuronderzoek?
- De opvatting van Copernicus over de positie van de
zon in het heelal is ook niet helemaal juist gebleken.
Wat is de fout?
- Lees I B
- Wat verstaat men onder "Spontane generatie"?
- Waarom is de leer van de 'spontane generatie' niet
in overeenstemming met de middeleeuwse opvattingen
over het ontstaan van soorten?
- In welke eeuw leefde Linnaeus ongeveer.
- Geef voorbeelden van variëteiten.
- Probeer te verklaren waardoor Linnaeus met
variëteiten niet goed raad wist.
- Lees I C
- Wat zijn fossielen?
- Beschrijf een manier waarop een organisme fossiel
kan worden.
- In diepere lagen vindt men fossielen van
eenvoudiger organismen. Hogere dieren als zoogdieren
en reptielen vindt men alleen in de minder diepe lagen
van de aardkorst.
Waarom was dit feit in strijd met de opvattingen over
het ontstaan van soorten in de 18 de eeuw?
- Welke oplossing bedacht Cuvier voor dit
dilemma?
- De evolutietheorie van Lamarck wordt tegenwoordig
als onjuist beschouwd.
Wat is het belangrijkste verschil tussen de
evolutietheorie van Lamarck en die van Darwin?
- Verklaar de invloed van het werk van Malthus op de
theorie van Darwin.
- In de achttiende eeuw schatte men de aarde 6000
jaar oud. Hoe kwam men aan dat getal?
- Probeer een aantal waarnemingen te bedenken op
grond waarvan men tegenwoordig de ouderdom van de
aarde 4.5 miljard jaar schat.
- Lees II A en 2 B
- Wat is het actualiteitsprincipe?
- Hoe verklaarde Darwin het voorkomen de
aanwezigheid van 13 soorten vinken op de
Galapagoseilanden?
- In 10.000 jaar hebben mensen uit de wolf de
verschillende hondenrassen gekweekt. In de natuur zijn
de wolven de afgelopen 100.000 jaar niet veel
veranderd.
Verklaar dat verschil.
- Lees II C
- Wat is het verschil tussen een mutatie en een
modificatie?
- Darwin gebruikte een andere definitie voor het
begrip modificatie.
Wat is het verschil met de moderne betekenis?
- Wat verstond Darwin onder overcapaciteit?
- Zin de verschillen in uiterlijk tussen de muizen
in de op bladzijde 6 plaatje 1 afgebeelde muizen
mutaties of modificaties? Verklaar.
- Waarom is het beter om 'Survival of the fittest'
te vertalen als 'Het overleven van de best aangepaste'
in plaats van 'Het overleven van de sterkste'?
- Lees II D
- Leg uit hoe de omgeving bepaalt wie de best
aangepaste is.
- Waarom is isolatie noodzakelijk voor het ontstaan
van nieuwe soorten?
- Maak duidelijk dat isolatie niet altijd
ruimtelijke isolatie hoeft te zijn.
- Lees III A bladzijde 8.
- Geef 4 voorbeelden van rudimentaire organen.
- Omschrijf het begrip bouwplan.
- Men zegt wel 'De functie maakt het orgaan'.
Leg uit met behulp van de afbeelding op bladzijde
9.
- Noem twee voorbeelden van rudimentaire organen bij
een volwassen mens.
- Noem twee voorbeelden van rudimentaire organen bij
een embryo van een mens.
- Wat zijn afzettingsgesteenten?
- Onder welke omstandigheden kunnen behalve harde
delen ook zachte lichaamsdelen fossiliseren?
- Bestudeer afbeelding blz. 10.
Vergelijk de voorste ledematen van een vleermuis met
die van een walvis.
Beschrijf van beiden de aanpassingen aan het bouwplan
die te maken hebben met de functie van de
ledematen.
- Lees III B
- Wat is neo-darwinisme?
- Darwin dacht dat de evolutie altijd zeer langzaam
is gegaan. Tegenwoordig gaat men ervan uit, dat de
evolutie van levende wezens in bepaalde perioden veel
sneller verliep.
Waarop is die opvatting gebaseerd?
- Wat is resistentie ?
- Waarom is het resistent-worden van bacteriën
een bewijs voor de evolutie?
- Wat is industriemelanisme?
- Horen de donkere en lichte berkenspanner tot
dezelfde soort of tot twee verschillende soorten?
Verklaar je antwoord.
- Wat is de koolstof-14 methode?
- Lees IV
- Hoe lang geleden denkt men dat de eerste
eencelligen ontstaan zijn?
- Waarom begint de 'oude tijd' (het
Paleozoïcum) 600 miljoen jaar geleden terwijl de
aarde 4.5 miljard jaar oud is?
- In welke volgorde zijn de groepen van de
gewervelde dieren ontstaan?
- Hoe lang geleden leefden de
dinosauriërs?
- Hoe lang geleden leefden de eerste
zoogdieren?
- Hoe verklaarde Miller het ontstaan van organische
stoffen?
- De oudste organismen zijn bacteriën.
Wat zijn autotrofe bacteriën?
- Wat zijn heterotrofe bacteriën?
- Noem de belangrijkste verschillen tussen
bacteriën en andere eencelligen.
- Wat zijn eukaryoten?
- Hoe verklaart men tegenwoordig het ontstaan van
cellen met organellen?
- Waarom was het ontbreken van een ozonlaag vroeger
belangrijk voor het ontstaan van leven en is nu de
aantasting van die laag gevaarlijk voor levende
wezens?
- Lees V
- Wanneer leefden de eerste mensachtigen?
- Waarom denkt men dat het leven in de savanne een
noodzakelijke voorwaarde was voor het ontstaan van de
'denkende mens'?
- Bestudeer de afbeelding op bladzijde 16.
Waarom is het onjuist te beweren dat de mensen van de
mensapen afstammen?
- Welke verschillen zijn er in de vorm van de
schedel van een Australopithecus en een moderne
mens?
- Lees VI
- Wat versta je onder sociaal darwinisme?
- Wat versta je onder creationisme?
naar
antwoorden>>>
naar
tekst>>>
|