[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links]  


©scholte/marree2000

 

Practicum Voortplanting - havo

  

 

1. Celdeling in de worteltop van een ui (mitose)

Biologie in Beeld (fotoboek)
Biologie Actief deel 1 paragraaf 5.2
Binas of Biodata

  • Bestudeer paragraaf 5.1.3. en 5.2 uit het informatieboek (biologie actief havo 1) en de informatie over de mitose in de worteltop op bioplek
    Zie ook
    animatie van de mitose
  • Neem een preparaat van een lengtedoorsnede van een wortel en bekijk deze bij een kleine vergroting.
  • Maak een overzichtstekening tekening waarin de zones van celdeling en celstrekking zijn aangegeven. Beschrijf of teken waaraan je het verschil kunt zien.
  • Ga na (literatuur) wat er bij de verschillende processen gebeurt en beschrijf dit.
  • Vergroot daarna het meristeem (=deelweefsel) uit.
    Beschrijf de bouw van een meristeemcel.
    Zoek enkele (minimaal 3) opeenvolgende delingsstadia op en teken deze nauwkeurig in de juiste volgorde.
    Teken in ieder geval de metafase en de anafase.
    Geef een toelichting bij de tekeningen.
  • Nabespreking
    • Geef aan welke celdeling je hier bestudeerd hebt en wat de functie van die celdeling is.
    • Maak een overzicht met de verschillen tussen de meiose en de mitose.

 

2 Ovarium van zoogdieren

 

Biologie in Beeld (fotoboek)
Biologie Actief deel 1 paragraaf 8.6
Binas of Biodata

  • Bestudeer bladzijde 171 en paragraaf 8.9.1 uit het informatieboek (biologie actief havo 1).
    Zie ook:
    ovarium en menstruatiecyclus
  • Neem een preparaat van een dwarsdoorsnede van een ovarium. Bekijk het bij een zwakke vergroting. Let daarbij op:
    jonge follikels
    rijpe (of rijpende) follikels
    opslag van toekomstige eicellen
    In sommige preparaten zijn om het ovarium ook delen van de eileider te zien.
  • Maak een overzichtstekening.
    Zorg ervoor dat je voor je gaat tekenen precies weet wat je ziet.
    Voor de overzichtstekening kun je het beste het ovarium van een klein dier gebruiken.
  • Bekijk goed hoe een follikel eruit ziet. Beschrijf of teken.
  • Nabespreking

    Verwerk:
    • de ontwikkeling van de eicel
    • de ontwikkeling van de follikel
    • de ovulatie
    • de ontwikkeling van het geel lichaam
    • de rol van hormonen uit de hypofyse en het ovarium, bij de menstruatiecyclus
      zie
      menstruatiecyclus
    • de rol van het ovarium bij het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken   

3 Testis van zoogdieren



De testis (zaadbal of teelbal) bevatten sterk gekronkelde kanaaltje, de testisbuisjes. De wandcellen van deze buisjes delen zich voortdurend (mitose) waardoor spermamoedercellen ontstaan. Deze vormen door meiose vier haploïde cellen die zich ontwikkelen tot spermacellen. De ontwikkelde zaadcellen komen in het midden van het buisje terecht.

De testisbuisjes lopen door tot in de bijballen, de spermacellen worden daar opgeslagen. Ze blijven bewegingloos door het zure milieu in de bijballen.

Biologie in Beeld (fotoboek)
Biologie Actief deel 1 paragraaf 8.5
Binas of Biodata

  • Bestudeer bladzijde 166 uit het informatieboek (biologie actief havo 1).
    Zie ook:
    testis
  • Bekijk een preparaat van een dwarsdoorsnede van een testis met een zwakke vergroting. De testisbuisjes zijn dan al zichtbaar.
    Doordat de buisjes sterk gekronkeld zijn, zijn ze niet allemaal precies dwars doorgesneden.
  • Maak een overzichtstekening. Let daarbij op:
    de testisbuisjes
    bloedvaatjes
    bindweefsel
  • Zoek een duidelijk testisbuisje, vergroot dit en teken de details in het buisje.
    Let op de delende cellen (chromosomen zichtbaar). Kijk of je rijpe zaadcellen ziet liggen.
  • Neem een preparaat van de zaadcellen van de stier of de mens. Bestudeer de bouw van de zaadcel. Gebruik ook de afbeelding in Biologie in Beeld.
    Maak een schematische tekening. Geef de onderdelen kop, hals en staart aan.
  • Nabespreking
    • Geef aan wat de functie van de mitose en de meiose in de testisbuisjes is
    • Bespreek functie van de kliercellen in de testis en de rol van de testis bij het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken.

©scholte/marree2000