[home]
[inhoud site][Inhoud bovenbouw][practicum][links]


Praktisch onderzoek

onderbouw vwo

Is lekker alleen een kwestie van smaak?

Inleiding

Proeven doe je met je tong. In de tong zitten smaakknopjes. Die bevatten zintuigcellen doe gevoelig zijn voor bepaalde smaken. Met je tong kun je alleen waarnemen of iets zoet, zout, zuur of bitter is. Andere "smaken" neem je waar met de neus.
De smaakknopjes in je tong zitten in smaakvelden bij elkaar. Ieder smaakveld is gevoelig voor een andere smaak. 
Wat de smaakknopjes waarnemen, wordt door de zenuw doorgegeven aan je hersenen. Daar vindt de smaakgewaarwording plaats

Bron(nen)

  • Informatie over de werking van zintuigen uit een biologie boek (bijvoorbeeld Nectar 1: paragraaf 3.1).
  • Informatie over het proeven uit je biologieboek (bijvoorbeeld Nectar 1: paragraaf 3.4).
  • Voorkeurtest: Techniekkaart bovenbouw 7.4

Onderzoek

Lees het stappenplan.
Werk volgens de stappen die daar staan.

Doel

Je gaat uitzoeken of de kleur van een drankje invloed heeft op wat men lekker vindt.

Werkwijze

materiaal

  • kleurloze frisdrank, bijvoorbeeld 7-up
  • kleurstoffen die gebruikt worden om voedsel te kleuren
  • glazen of doorzichtige plastic bekertjes

methode

Het is belangrijk dat de proefpersonen niet weten wat je aan het onderzoeken bent. Houd dat dus geheim. Vertel het ook niet als de proefpersoon de proef gedaan heeft.

  • Maak met twee verschillende kleurstoffen een gekleurde vloeistof.
  • Vul drie bekers. Twee met een gekleurde vloeistof en een met de ongekleurde vloeistof.
  • Label (bijvoorbeeld X, O, W) de bekers.
    Het is het beste als de code geen volgorde geeft, dus niet X, Y, Z.
  • Presenteer de bekers door deze in een kring voor de proefpersonen te zetten en vraag hen de bekers in volgorde van hun voorkeur te zetten en deze volgorde te noteren op een scoreformulier (zie voorbeeld).

    voorbeeld van het scoreblad

    code van het monster
    voorkeur

    1 = 1e keus

    X
    2
    O
    1
    W
    3

  • Zet de resultaten in een overzichtelijke tabel.
  • Test een groot aantal proefpersonen (minimaal 15).

Verwerking van de resultaten

  • Middel de resultaten van alle proefpersonen per monster.
  • Maak een staafdiagram van de gemiddelde waarden.
  • Om zeker te zijn van je conclusie kun je een statistische toets gebruiken. In dit geval is dat chi2 - toets .
    Zie
    Techniekkaart bovenbouw 9.8.

Nabespreking

Wat is de conclusie van je onderzoek?

Poster of verslag

Poster: zie aanwijzingen techniekkaarten onderbouw 1.3

Verslag: zie aanwijzingen techniekkaarten onderbouw 1.1

Ideeën voor verder onderzoek

Je kunt dit onderzoekverder uitbreiden. Hieronder staat een idee. Neem niet teveel hooi op je vork. Je kunt beter één ding goed onderzoeken dat veel oppervlakkig.

  • Is er werkelijk smaakverschil tussen verschillende merken frisdranken (bijv. cola) of snoep (bijv. winegums)?
    Gebuikt hiervoor de driepuntstest.

 

naar inhoud 

©scholte/marree 2009