[home] [inhoud animaties bovenbouw] [inhoud onderbouw]

bioplek

Practicum: algemene inleiding

Doel van een experimenteel practicum

het aanleren van onderzoeksvaardigheden

handen en voeten geven aan de theorie

  • Je moet met de beschikbare eenvoudige middelen zo goed en origineel mogelijk proberen een min of meer eenvoudig biologische probleem op te lossen.

  • Eigen initiatief en gemotiveerd bezig zijn, zijn daarbij belangrijke voorwaarden, maar inzicht is minstens zo belangrijk.

  • Als je de theorie niet goed begrijpt, kun je geen goed experiment opzetten.

    Gebruik daarom je boek, je eigen aantekeningen en de beschikbare literatuur.

  • Als je met iemand samenwerkt, kun je goed elkaars ideeën kritisch bekijken en de taken verdelen.

  • Zorg er voor dat je het verslag in eigen woorden opschrijft en geen teksten van anderen onerneemt.

  • Maak je verslag zodra je klaar bent met een experiment, dus voordat je met een nieuw onderzoek begint.

  • Een mislukt experiment kan even waardevol zijn als een geslaagd experiment, je kunt ook daarvan leren. Maar geef niet te snel op en probeer na een mislukking de opzet van het experiment te verbeteren en het experiment te herhalen.

  • Je werkt met levende wezens waar zeer veel factoren invloed op hebben. Er kan dus nog wel eens iets anders gaan dan je verwacht. Wees niet te snel ontmoedigd.

Zie voor een handleiding 'Experimenteel onderzoek doen' Techniekkaart 9.4

Onderzoeksvaardigheden

  • een natuurwetenschappelijk probleem herkennen en specificeren;

  • een natuurwetenschappelijk probleem herleiden tot een onderzoeksvraag;

  • verbanden leggen tussen een onderzoeksvraag en natuurwetenschappelijke  kennis;

  • een hypothese opstellen bij een onderzoeksvraag en verwachtingen formuleren;

  • een werkplan maken voor het uitvoeren van een natuurwetenschappelijk onderzoek ter beantwoording van een onderzoeksvraag;

  • voor de beantwoording van een onderzoeksvraag relevante waarnemingen verrichten en (meet)gegevens verzamelen;

  • meetgegevens verwerken en presenteren op een wijze die helpt bij de beantwoording van een onderzoeksvraag;

  • op grond van verzamelde gegevens van een uitgevoerd onderzoek conclusies trekken die aansluiten bij de onderzoeksvraag  van het onderzoek;

  • de uitvoering van een onderzoek en de conclusies evalueren, gebruik makend van de begrippen validiteit en betrouwbaarheid;

  • een natuurwetenschappelijk onderzoek presenteren;

  • herkennen dat er naast een experimentele onderzoeksaanpak ook andere onderzoeksaanpakken mogelijk zijn;

  • De aard van de opbrengst van onderzoek duiden en daarbij de begrippen onzekerheid en waarschijnlijkheid hanteren.