[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links][copyright]

 
Assimilatie-dissimilatie
Techniek 2.2

Papierchromatografie algemeen

 
Chromatografie is een veel toegepaste methode om stoffen in een mengsel te scheiden

Papierchromatografie en kolomchromatografie zijn de oudste methoden. Tegenwoordig wordt meestal gebruik gemaakt van dunne laag chromatografie (TLC= thin layer chromatografy)

Een kleine hoeveelheid van het te onderzoeken mengsel wordt op een stuk filtreerpapier gebracht in de vorm van een streep of een vlek. (zie A)

A
B

Het papier wordt in een vloeistof gehangen (= de loopvloeistof). De loopvloeistof wordt door capillaire werking omhoog getrokken in het papier (Zie B).

Als de stoffen in het mengsel in de loopvloeistof oplossen, zullen ze mee omhoog getrokken worden. Doordat niet alle stoffen even goed oplossen ontstaat een vlekkenpatroon. De stoffen in het mengsel zijn geheel of gedeeltelijk gescheiden.

De vlekken kunnen uitgeknipt worden en weer opgelost en ingedampt. Zo krijgt men de zuivere bestanddelen van het mengsel.

Als men vet'minnende" stoffen (lipofiele stoffen) van elkaar wil scheiden maakt men gebruik van alcoholen (bijv.ethanol, methanol, butanol) aceton, chloroform, petroleumether en mengsels van deze stoffen.

Als men water'minnende (=hydrofiele) stoffen wil scheiden wordt water of een mengsel van water met een base of zuur gebruikt.

papierchromatografie van bladgroen(chlorofyl)

Materiaal:

  • Enkele bladeren
  • Mortier met stamper
  • Schoon zilverzand
  • aceton
  • petroleumether
  • loopvloeistof: petroleumether 92% - aceton 8%
  • chromatografiepapier
  • capillair
  • potlood
  • Doe alle handelingen in een brandvrije ruimte .
  • Doe stukjes blad in de mortier.
 
  • Voeg een beetje zilverzand toe en wrijf de stukjes blad goed fijn.
  • Voeg een klein beetje aceton toe.Zie ook techniekkaart 2.8
  • Wrijf nogmaals tot een groen vloeistop ontstaat (extract).
  • Pak een strook chromatografiepapier.
  • Raak alleen de randen aan.
  • Trek aan de onderzijde op 2 cm van het uiteinde een streep met potlood (= startlijn). 
  • Leg het filtreerpapier op een schone ondergrond en zet met het capillair een streep bladgroen op de startstreep.

  • Droog de vlek met een föhn. Herhaal dit 10 tot 20 keer.
  • Probeer de vlek zo klein mogelijk te houden.
  • Giet loopvloeistof in een cilinder glas. Niet meer dan 1.5 cm hoog.
  • Maak het filtreerpapier op lengte en hang het aan de kurk met de onderkant in de loopvloeistof.
  • De chlorophylvlek moet boven de vloeistofspiegel blijven en de kanten van het papier mogen het glas niet raken.
  • Als de loopvloeistof bijna boven aan het papier is gekomen (na 25 minuten) het chromatogram verwijderen.
  • Markeer met potlood het front en de plaats van de gekleurde vlekken.  

De loopafstand (Rf-waarde )wordt berekend door voor ieder vlek de afgelegde afstand (A) te delen door de afstand tussen start en front (B). De Rf--waarde is bij een bepaalde T en een bepaalde loopvloeistof kenmerkend voor een stof. De Rf--waarden van de bladkleurstoffen kunnen in het Binas-informatieboek opgezocht worden.