[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links][copyright]

gaswisseling/bloedsomloop

techniek 6.12

Steptest

Er zijn verschillende manieren om de conditie te meten.Eén van die manieren is de steptest.

Meestal worden meerdere typen tests gedaan, omdat de testen niet erg nauwkeurig zijn

De onderstaande test is een bewerking van de staptest beschreven in het blad De Jonge Onderzoeker door Ben van Doorn en Henk Mulder. (DJO januari 1984 blz. 10 e.v.)

De proef kost veel inspanning.
De proef mag alleen worden gedaan door een gezonde proefpersoon.

Tijdens de test wordt een bepaalde hoeveelheid arbeid verricht die afhankelijk is van het gewicht van de proefpersoon.
Omdat het hart sneller gaat kloppen om voldoende zuurstof naar de spieren te brengen kan uit de hartslagfrequentie en het lichaamsgewicht bij benadering berekend worden hoeveel zuurstof per minuut tijdens de activiteit maximaal door de proefpersoon verwerkt kan worden. Dit noemt men de V(O2) max. (in ml per min.).

 

Het conditiegetal = V(O2) max.: lichaamsgewicht in kg ( in ml/kg.min)

 

Materiaal

Een plank (of bankje) dat voor meisjes 33 cm hoog is en voor jongens 40 cm.
Een metronoom
Stopwatch
Hartslagmeter

 

Werkwijze

Probeer een metronoom zo in te stellen dat de tijd tussen 2 tikken ongeveer 0.65 seconden duurt.
De proefpersoon moet in 2 minuten 45 keer op dat bankje stappen. Dat is dus om de 2.7 seconden 1 keer.

Dat opstappen gaat als volgt.

 
  1. tel 1 rechtervoet op plank
  2. tel 2 linkervoet op plank
  3. tel 3 rechter van plank
  4. tel 4 linkervoet van plank

handeling 1 + 2 + 3 + 4 samen duren ongeveer 2.7 seconden

 

  • Meet de hartslag van de proefpersoon in rust.
  • Laat de proefpersoon eerst een paar keer het tempo oefenen en daarna even uitrusten.
  • Plaats de hartslagmeter bij de proefpersoon. Eventueel kan ook de pols gevoeld worden.
  • Bepaal dan van te voren precies waar je moet voelen. Zet eventueel een stip met viltstift op de juiste plaats op de pols van de proefpersoon.
  • Vraag of meet het gewicht van de proefpersoon in kg.
  • Laat de proefpersoon nu gedurende 6 minuten stappen dat is dus totaal 135 keer (tellen)
  • Meet de hartslagfrequentie in de vijfde minuut. Dus gedurende 5de minuut de pols tellen of,als je de hartslagmeter gebruikt, neem je de waarde op 5 minuten en 30 seconden dus ongeveer bij stap 101.
  • Meet de hartslagfrequentie in de zesde minuut. Dus gedurende 6de minuut de pols tellen of,als je de hartslagmeter gebruikt, neem je de waarde op 5 minuten en 30 seconden dus ongeveer bij stap 124.
  • Laat de proefpersoon nu rustig zitten en blijf de hartslag doormeten (iedere 15 seconden) tot deze weer normaal is. Deze metingen zijn niet nodig om het conditiegetal te bepalen, maar zijn wel interessant voor het bepalen van het herstelvermogen.
  • Bereken het gemiddelde van de hartslagfrequentie uit de vijfde en uit de zesde minuut en bepaal daarmee de V(02) max. met behulp van het nomogram.

  • Bereken het conditiegetal door V(O2) max. te delen door het lichaamsgewicht in kg.
  • Corrigeer het conditiegetal m.b.v. grafiek 2 voor de leeftijd van de proefpersoon.

  • Vergelijk het conditiegetal met de gemiddelden voor meisjes en jongens uit grafiek 3.

Voorbeeld:

  • Een meisje van 15 jaar, gewicht 60 kg, gemeten hartslag 148 ----->V(O2)= 2000 ml/min

    Correctiefactor = 1.06

    Conditiegetal = 1.06 x (2000 ml/min : 60 kg) = 35 ml/min.kg