[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links][copyright]

 
Gaswisseling
Techniek 6.2

Meten van de gaswisseling

methode 2(voor kleine dieren)

De ademhalingsquotiënt, de RQ , is de verhouding tussen de hoeveelheid afgegeven CO2 en de hoeveelheid opgenomen O2.

Als suiker verbrand wordt in de cellen, dan neemt een organisme evenveel zuurstof op als het CO2 afgeeft.

 

C6H12O6+6H2O +6O2>> 6CO2 +12H2O

De RQ van een organisme dat alleen suiker verbrand is dus 1:1=1
De RQ van een organisme dat alleen eiwit verbrand is 0.80.
De RQ van een organisme dat alleen vet verbrand is 0.70.
De RQ van een organisme dat alleen alcohol verbrand is 0.67.
Meestal ligt de RQ tussen 0.72 en 0.97.

Organismen met alcoholgisting hebben een RQ die hoger ligt dan 1 omdat bij dat proces alleen CO2 vrij komt en geen zuurstof gebruik wordt.

Tijdens dit experiment gebruik je KOH.

KOH is zeer gevaarlijk voor ogen en huid gebruik dus rubberhandschoenen en een veiligheidsbril.

 

Materiaal

  • figuur 1
    Zet alles in een waterbad met constante temperatuur!

    figuur 2

    Methode

    •  
  • Maak proefopstellingen als getekend bij figuur 1.
  • Buis A bevat zaden met KOH,
  • Buis C bevat zaden zonder KOH
  • Buis B bevat glasbolletjes in plaats van zaden. Het volume van de glasbolletjes moet gelijk zijn aan het volume van de zaden. In figuur 2 staat getekend hoe je dat kan bereiken.
  • Doe in buis C net zo veel bolletjes tot het volume gelijk is aan buis B.
  • Droog de zaden en glasbolletjes drogen met een papieren zakdoekje.
  • Doe eerst de watten in de buisjes (gelijke hoeveelheid en druppel een bepaald aantal KOH- druppels op de watten.
  • Zorg ervoor dat er geen KOH tegen de wand van de buisjes komt.

     

     

     

  • Plaats nu de buizen naast elkaar in een waterbad zoals hierboven getekend.
    De temperatuur van beide buizen moet zich aanpassen aan die van het waterbad.
    (Door de T van het waterbad te veranderen kan de invloed van T op de gaswisseling
    onderzocht worden!)

     

  • Leg nu de buizen geheel onder water. Wacht tot er in de buis de druppel in het begin niet meer verplaats.
  • Meet nu de veranderingen in buis A en buis C.

     

    De verplaatsing van de waterkolom in buis A = L1

    De verplaatsing van de waterkolom in buis C= L2

    In buis 1 meet je dus de opgenomen hoeveelheid zuurstof (afgegeven CO2 zit in KOH)

    In buis 2 met je het verschil tussen afgegeven CO2 en opgenomen O2.

     

     

    RQ = (L1-L2):(L1+L2)

     

    Als je de diameter van het capillair weet kan je zelfs de hoeveelheid opgenomen O2 in millliters meten.