[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links][copyright]

gaswisseling
Techniek 6.6

Meten ademhaling

IP-coach


De longinhoud kan gemeten worden met behulp van een spirometer.
De resultaten van de spirometer worden direct weergegeven op het beeldscherm van de computer.

De volgende waarden kunnen bepaald worden. Geef alle volumes in liters weer.

1a. De 1-secondecapaciteit (uitademing)

De hoeveelheid lucht die in 1 seconde, na een zo diep mogelijke inademing, uitgeademd kan worden.
Laat de proefpersoon op een teken rustig maximaal inademen.
Laat de proefpersoon even de adem inhouden en dan zo snel mogelijk volledig uitademen.
Bereken de hoeveelheid lucht die in 1 seconde uitgeademd is.

1b. De 1-secondecapaciteit (inademing)

Als bij uitademing maar nu rustig zo diep mogelijk laten uitademen en dan zo krachtig en snel mogelijk inademen.

2.De peakflow (de maximale ademhalingssnelheid)

Na een diepe inademing zo snel mogelijk volledig uitademen (als bij de
1-secondemeting), maar nu de tijd bepalen tussen het begin van de uitademing en het eind.

3.De ademfrequentie

Laat de proefpersoon zo normaal mogelijk ademhalen (dat is niet eenvoudig!).
Bereken het aantal ademhalingen (inademing + uitademing) per minuut.

4.De ademdiepte

De ademdiepte kan berekend worden door de toppen en dalen in de grafiek te markeren en het volume te bepalen.
De volgende waarden kunnen gemeten en berekend worden:

  • Het ademvolume in rust: VT
  • De inademingscapaciteit: VIC
  • Het inademings (inspiratoir) reservevolume: IRV. Binas: VIR
  • Het uitademings (expiratoir) reservevolume: ERV. Binas: VUR
  • De vitale capaciteit: VVC
  • Het restvolume: RV. Binas Rrest
    De lucht die na maximale uitademing in de longen achterblijft.
  • De functionele residuale capaciteit (FRC)
    Het longvolume na een normale uitademing. Het is ERV + RV ( VUR+ Vrest).
  • De totale longcapaciteit TLC. Binas: VTC

Onderstaande grafiek geeft aan hoe de bovengenoemde waarden te berekenen zijn.

5.Het ademminuutvolume

Het maximale AMV is de hoeveelheid lucht die in een minuut wordt in en uitgeademd).
Het maximale AMV kan worden bepaald door de proefpersoon 10 seconden zo snel mogelijk te laten in en uitademen.
Niet langer anders bestaat de kans dat de proefpersoon gaat hyperventileren.

Voor werking spirometer zie Techniekkaart 10.7

Voor aanschaf spirometer:
http://www.vernier.com/probes/spr-bta.html