home


Hartslag

Techniek onderbouw 2

Twee methoden om de hartslag te meten

 

Meten van de hartslag

Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren, moet je eerst enige handigheid krijgen in het meten van de hartslag. Lees daarom eerst zorgvuldig de onderstaande aanwijzingen en oefen een paar keer

Methode 1

  • Leg je wijsvinger en middelvinger aan de onderkant van de pols van de proefpersoon, aan de kant van de duim.
    Druk een klein beetje tot je de polsslag voelt. Iedere keer als je de polsslag voelt, heeft het hart ook één keer geslagen.
    Door de polsslag te meten weet je dus ook hoe snel de hartslag is.

     

  • Tel het aantal polsslagen per 15 seconden. Noteer deze waarde.

  • Bereken het aantal hartslagen (=hartslagfrequentie) per minuut.
    Rond af tot op hele getallen.

    Methode 2 - bepalen van de 10-slagentijd

  • Zoek je polsslag op (zie methode 1).

  • Druk de stopwatch in als je een slag voelt.
    Tel dan 10 slagen en druk op de 10e de stopwatch weer in.

  • Lees de stopwatch af. Noteer deze waarde.

  • Bereken het aantal hartslagen (= hartslagfrequentie) per minuut.
    Rond af tot op hele getallen.

                          10

    • hf/min =    --------------------------------  x 60

                 10 slagentijd (sec)

    hf = hartslagfrequentie


© scholte/marree 2000