|
Welke celorganellen komen
bij verschillende typen plantencellen voor en wat is de
functie van die celorganellen? Cellen van
één organisme zien er niet allemaal
hetzelfde uit. Ze ontstaan uit cellen die zich kunnen
delen (deelweefsel of meristeem). Na de groei van de cel
gaan de cellen zich specialiseren, dat wil zeggen dat de
vorm en de inhoud worden aangepast aan de functie die de
cel krijgt. Daardoor kunnen oudere cellen behoorlijk van
elkaar verschillen. Biologie Actief §
12.9 (omgaan met de microscoop) Biologie in Beeld
(fotoboek) Op Bioplek: Maak een preparaat van
een blaadje in water. Maak een preparaat in
water van de opperhuid die aan de onderkant van het blad
zit De rode kleur van deze
opperhuid wordt veroorzaakt door een rode kleurstof
(anthocyaan) in de vacuole. Maak een preparaat van het
rode vlies in water. Bestudeer de rode cellen (Let op:
door het lostrekken van het vliesje gaan veel cellen
kapot en lopen leeg, die moet je niet bestuderen). De zaadlob van de bruine
boon bestaat uit vulweefsel. De taak van het weefsel is
hier: opslaan van voedsel. Maak een aantal zeer dunne
coupes van een zaadlob van een bruine boon. De dunste
coupes leg je in een horlogeglas met een verdunde
jodiumoplossing. Door de jodium kleuren de zetmeelkorrels
die in de cellen zitten paars. Kies enkele dunne coupes
uit en maak een preparaat. Bestudeer het preparaat.
Let op de vorm van de cellen en de zogenaamde
intercellulaire ruimte (letterlijk: ruimtes tussen de
cellen). Sommige celstructuren
vallen snel uit elkaar in water. Gebruik van KNO3
voorkomt dat. Bestudeer het preparaat,
beschrijf en maak een detailtekening. Verslag Resultaten De
werkwijze
mag bij dit verslag weggelaten worden. Nabespreking
1 Cellen
van planten
Je moet bekijken:
cellen
van een mosblaadje
opperhuidcellen
van een blad en een
huidmondje
opperhuidcellen
van een rode ui
opperhuidcellen
van een rode of gele
vrucht
cellen
van de zaadlob van een bruine boon
(vulweefselcellen)
Techniek
- microscoop 11.1 (maken dunne
coupe)
Techniek
- microscoop 11.2 (kleuren
preparaat)
Techniek
- microscoop 11.3 (overzichtstekening en
detailtekening)
Binas informatieboek (79B en 81B) of Biodata (3.1)
Theorieboek
huidmondjesblaadje
mos
Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat je ziet en maak een
detailtekening van het preparaat.
Je moet in ieder geval de volgende onderdelen waargenomen
hebben: celwand en bladgroenkorrels
(chlorofylkorrels)opperhuid
van een blad met huidmondjes)
(zie Techniek
- gaswisseling plant
1.5).
Geschikt zijn bladeren van: liguster, Oost-Indische kers,
fuchsia, prei.
Maak een detailtekening van een huidmondje met enkele
opperhuidcellen.
Zoek op hoe de huidmondjes
werken.
Onder welke omstandigheden (licht, donker) zijn ze over
het algemeen open/dicht ?opperhuid
van een rode ui
Let goed op de ligging van de vacuole.
Wanneer je het water vervangt door een 1.5% KNO3-
oplossing (kaliumnitraat), wordt de vacuole kleiner
doordat er water de cel uitgaat. Je kunt dan rondom de
vacuole een dunne laag cytoplasma waarnemen.
Beschrijf wat je ziet en maak een detailtekening.
zaadlob
van een bruine boon
De celwand van deze cellen is relatief dik. In de celwand
zijn meestal ook dunne plekken waar te nemen, de
stippels.
In de cellen zijn de zetmeelkorrels te zien.
Beschrijf het preparaat en maak
detailtekeningen.gele
of rode vrucht
Maak een preparaat in 1,5% KNO3-oplossing van een dunne
coupe van de huid van een vrucht.
Geschikt zijn: paprika, rozenbottel, bes van vuurdoorn,
rijpe tomaat.
In deze cellen zijn chromoplasten waar te nemen. In
tegenstelling tot de opgeloste kleurstof anthocyaan,
zitten deze chromoplasten in het cytoplasma.
Titel
(waarin duidelijk
wordt waar de opdracht en over gaan).
Wat zijn de verschillen
tussen dekweefsel (epitheel) en steunweefsel
(beenweefsel) van de mens? Dierlijke (menselijke)
cellen zijn vaak moeilijker te bestuderen doordat ze geen
celwand hebben en daardoor een minder duidelijke vorm dan
plantencellen. Biologie Actief §
12.9 (omgaan met de microscoop) Biologie in Beeld
(fotoboek) Alle organen die met de
buitenlucht in verbinding staan hebben dekweefsel als
grenslaag. Bij dieren (en mensen) wordt dit epitheel
genoemd. Het wangslijmvlies is zo'n epitheellaag. De
cellen van het wangslijmvlies raken meestal heel
makkelijk los door er langs te schrapen. Strijk met een spatel of
een plat plastic lepeltje langs de binnenkant van je wang
en wrijf het slijm uit op een objectglas. Herhaal dit
enkele malen en voeg dan een druppel jodiumoplossing of
methyleenblauw toe. Bekijk een preparaat van
de luchtpijp. Teken een klein stukje van het
epitheel. Beenweefsel is een
steunweefsel. Andere steunweefsel bij dieren zijn:
kraakbeen en bindweefsel). Steunweefsels zorgen voor de
stevigheid (bijvoorbeeld in het skelet en tussen de
organen). Bij de steunweefsels van dieren liggen de
cellen niet tegen elkaar aan, doordat er tussen de cellen
tussencelstof is gevormd. Deze tussencelstof is bepalend
voor de eigenschappen van het steunweefsels. In alle
gevallen bevat de tussencelstof vezels die uit moleculen
van een eiwit (collageen) bestaan. Beenweefsel is harder dan
kraakbeenweefsel en bindweefsel doordat in de
tussencelstof weinig water zit en bovendien veel calcium
(kalk) afgezet wordt. Bekijk een preparaat van
beenweefsel en maak een detailtekenining van de
rangschikking van de cellen. Verslag Resultaten De
werkwijze
mag bij dit
verslag weggelaten worden. Nabespreking
2 Cellen en
weefsels van de mens
Techniek
- microscoop 11.1 (maken dunne
coupe)
Techniek
- microscoop 11.2 (kleuren preparaat)
Techniek
- microscoop 11.3 (overzichtstekening en
detailtekening)
Binas informatieboek of Biodata
Theorieboekwangslijmvlies
Je kunt daardoor wel de losse cellen goed bestuderen maar
niet meer goed zien hoe ze met elkaar in verband staan.
Voor dat laatste moet je een schoolpreparaat van de
luchtpijp gebruiken. Daar is o.a.trilhaarepitheel in te
zien.
Zoek enkele cellen doe mooi plat liggen, liefst enkele
die nog aan elkaar zitten.
Beschrijf de cellen en maak een detailtekening. Ga na wat
de belangrijkste verschillen zijn met de dekweefselcellen
(opperhuid) van planten.beenweefsel
Geef in deze tekening aan waar de cellen zitten of
gezeten hebben en waar de tussencelstof zit.
De beencellen blijven via fijne kanaaltjes in de
tussencelstof met elkaar en met een bloedvat
verbonden.Titel
(waarin duidelijk
wordt waar de opdracht en over gaan).
Leg verband tussen de bouw van de weefsels en die
taak.
Welke weefsels komen in
een stengel voor en hoe zijn die weefsels
gerangschikt? Cellen van
één organisme zien er niet allemaal
hetzelfde uit. Ze ontstaan uit cellen die zich kunnen
delen (deelweefsel of meristeem). Na de groei van de cel
gaan de cellen zich specialiseren, dat wil zeggen dat de
vorm en de inhoud worden aangepast aan de functie die de
cel krijgt. Daardoor kunnen oudere cellen behoorlijk van
elkaar verschillen. Theorieboek
(microscoop) Biologie in Beeld
(fotoboek) Op Bioplek: Je hoeft de doorsnede
niet zelf te maken. Er zijn gekleurde preparaten
beschikbaar van: boterbloem, pijpbloem (Aristolochia) en
maïs. Bestudeer een
dwarsdoorsnede van een stengel. Zoek op waar opperhuid,
vulweefsel, steunweefsel, houtvaten, bastvaten en cambium
(niet bij maïs) zitten. Maak een
overzichtstekening waarin duidelijk worden waar de
verschillende weefsels zitten (NB. in een
overzichtstekening wordt alleen zo nauwkeurig mogelijk de
grenzen van de weefsels aangegeven, dus geen cellen
tekenen!). Zoek op wat de taken van
de verschillende weefsels zijn. Voor informatie zie
Vaatbundel Verslag Werkwijze
mag bij dit verslag weggelaten worden. Resultaten Nabespreking
3
Stengel
Techniek
- microscoop 11.3 (overzichtstekening en
detailtekening)
Binas informatieboek (79B en 81B) of Biodata (3.1)
Theorieboek
Vaatbundeldwarsdoorsnede
stengel
Titel
(waarin duidelijk
wordt waar de opdracht over gaat).
Leg verband tussen de bouw van de weefsels en die
taak.
Je
gaat onderzoeken: Gebruik
een gekleurd handelspreparaat met een lengtedoorsnede van
de worteltop van een ui. Techniek
- microscoop 11.3 (overzichtstekening en
detailtekening) Biologieboek:
theorie over de mitose mitose
in de worteltop Verslag De
werkwijze
mag bij dit verslag weggelaten worden. Resultaten Nabespreking
4.
Mitose in de worteltop van een ui
Binas 75B of Biodata 3.9 en 6.5
Animatie
mitose
afbeelding
mitose
Het gebied waar de cellen nog klein zijn en geen
celstrekking heeft plaatsgevonden is goed zicht baar
door de grote, donker gekleurde kernen.
Maak bij de sterkste vergroting (400x)
detailtekeningen van tenminste 3 fasen van de mitose
(interfase of profase, metafase en
anafase).Titel
(waarin duidelijk
wordt waar de opdracht en over gaan).
Je gaat
onderzoeken: Gebruik een gekleurd
handelspreparaat met een dwarsdoorsnede van de stengel
van een linde of pijpbloem. Techniek
- microscoop 11.3 (overzichtstekening en
detailtekening) Biologie
in Beeld (fotoboek) Op
Bioplek: Verslag De
werkwijze
mag bij dit verslag weggelaten worden. Resultaten Nabespreking
5.
Diktegroei bij planten
Biologieboek: theorie over de secundaire diktegroei.
Biodata 6.57
Vaatbundel
Zoek de namen van de verschillende weefsels
op.
Maak een detailtekening.
Titel
(waarin duidelijk wordt waar de opdracht en over
gaan).
©scholte/marree2000
(herzien 2015)