[home] [animaties bovenbouw] [practicum bovenbouw] [inhoud onderbouw] [copyright]

Minidierentuinen in mossen

Opdracht pdf

Inleiding

Mossen. Kleine plukjes groen op muurtjes, aan de voet van bomen, langs stoeptegels. Ze herbergen vaak een hele microfauna van mini-slangen (nematoden), van raderdiertjes en klokdiertjes, pantoffeldieren, amoeben en met wat geluk ook beerdiertjes.


Op haast elk willekeurig schoolplein zullen vast en zeker drie soorten mos te vinden zijn, en met een microscoop en een beetje zoekwerk op de vierkante millimeter valt een hele microfauna te ontdekken – een microfauna die nog helemaal niet goed bestudeerd is ook. Een mooie oefening in microscopie, in determineren en indata verzamelen en rangschikken.

Onderzoeksvraag 

Verschilt de microfauna per mossoort?
Of: welk soort mos herbergt de grootste diversiteit aan micro-organismen?
Of:verschilt de microfauna in mossen per groeiplek?
Overleg met je docent over een voor jou geschikte onderzoeksvraag.

Materialen  

Microscoop met objectglaasjes en dekglaasjes. Objectglaasjes met een holte erin zijn ideaal.
Schoon mos zonder zandkorreltjes, bakjes om deze mossen in te verzamelen.
Vergrootglas en pincet, schaar.
Notitieblok en pen of potlood.
Determineertabel voor microfauna:
Nematoden / protozoa / tardigrada /

Een eenvoudige determineertabel vind je hier:
https://www.vob-ond.be/resources/TES/Determinatie-bodemdieren.pdf

Een goede determineertabel voor mossen vind je hier:
https://www.yavannah.nl/infoteksten/mossen/mossen_blaadjes.php

Er is ook een KNNV veldgids voor mossen (zie bij bronnen).

Methode

Neem op een niet te droge dag monsters van verschillende plekken en van verschillende soorten mos, afhankelijk van je onderzoeksvraag.
Zorg dat je plukjes mos vrij zijn van zandkorrels of aarde: pluk alleen een paar takjes, of knip met een schaar de bovenste delen van de takjes af. Verzamel voldoende om goed te kunnen determineren, liefst met sporenkapsels (dan is determinatie makkelijker).
Schrijf heel nauwkeurig op waar je de mossen vindt, en op welke ondergrond ze groeien.
Maak preparaten van je mostakjes in water, liefst op objectglaasjes met een holte.
Ga eerst bij 40x en daarna bij 100x kijken en tellen wat je tegenkomt aan microfauna. Dat kan eencellig zijn (raderdiertje bv.), maar ook meercellig (beerdiertje bv.)

Resultaten 

Presenteer je resultaten in tabellen en/of grafieken. Houd het overzichtelijk.

Conclusie   

Je conclusie is een duidelijk antwoord op je onderzoeksvraag.
Verschilt de microfauna per mossoort?
Of: welk soort mos herbergt de grootste diversiteit aan micro-organismen?
Of: een vergelijkbare onderzoeksvraag.
Was het lastig om goede tellingen te doen?
Zijn jullie resultaten betrouwbaar?

Discussie

Ga in je discussie in op de weersomstandigheden tijdens het plukken van je mossen, doe eventueel voorspellingen, reflecteer op je werk (was het leuk om te doen? Was je verrast? Hoe ging de samenwerking?) en doe suggesties voor vervolgonderzoek?

Bronnen

Vermeld altijd je bronnen!

KNNV Veldgids Mossen, Klaas vab Dort en anderen - Utrecht 1998